De hype rond artificiële intelligentie lijkt stilaan over haar hoogtepunt heen. Waar bedrijven een jaar geleden nog koortsachtig zochten naar hun "AI-strategie", staan ze vandaag voor de eerste echte realiteitstoets. De eerste empirische studies brengen een genuanceerd beeld van AI op de werkvloer. De belofte van hogere productiviteit wordt ingelost, maar niet zonder nevenschade. De paradox wordt pijnlijk zichtbaar: AI verhoogt de output, maar holt tegelijk de intrinsieke motivatie van werknemers uit. Werk aan de winkel voor hr.
Onderzoek van Chinese onderzoekers van de Zhejiang University deze maand gepubliceerd in Harvard Business Review toont hoe generatieve AI de kwaliteit en efficiëntie van dagdagelijkse taken verhoogt. E-mails worden vlotter en persoonlijker opgesteld, prestatiebeoordelingen worden vollediger en analytischer. Maar onder deze glans schuilt een ongemakkelijke waarheid: werknemers die AI gebruiken voor een taak en daarna overschakelen op werk zonder AI, verliezen gemiddeld 11% van hun intrinsieke motivatie en ervaren 20% meer verveling.
Wat hier meespeelt is controleverlies. Wie een AI laat meedenken of schrijven, wordt weliswaar efficiënter, maar voelt zich ook minder de auteur van het resultaat. En net dat gevoel van eigenaarschap blijkt essentieel voor werkvreugde. De cognitieve uitdaging – vaak het meest zinvolle aspect van werk – wordt gedelegeerd aan het algoritme. Wat overblijft is een functioneel resultaat, maar een leegte in de beleving van betekenis.
Een ander luik van de AI-impact is de werkgelegenheid zelf. Financial Times bracht vorige week meerdere cases waarin AI op korte tijd het takenpakket én de personeelsbezetting hertekent. Ocado, een Britse online supermarkt, reduceerde de benodigde arbeid per bestelling met 60%, wat leidde tot een forse personeelsafbouw. Ook IBM, Duolingo en het Finse fin tech bedrijf Klarna voerden recent AI-gedreven herstructureringen door. De AI die sneller leert dan wijzelf, blijkt vooral in te hakken op typische "e-mail jobs": administratie, customer service, juridische analyse, hr-taken.
Toch waarschuwen experts voor te simpele doemscenario’s. PwC stelt in een grote studie vast dat AI vandaag eerder rollen hertekent dan ze volledig elimineert. Veel medewerkers worden niet vervangen, maar herschikt naar taken met meer toegevoegde waarde. AI neemt de repetitie over, de mens blijft verantwoordelijk voor de nuance, de context, de ethiek. Maar dat vereist wel een nieuwe set vaardigheden.
De studie van PwC, gebaseerd op bijna 1 miljard jobadvertenties wereldwijd, levert een sprekende conclusie op: wie AI-vaardig is, verdient in 2024 gemiddeld 56% meer dan wie dat niet is – een verdubbeling tegenover het jaar ervoor. Bedrijven zoeken koortsachtig naar ‘prompt engineers’, AI-coördinatoren en digitale strategen. In sectoren met hoge AI-exposure groeit de omzet per werknemer drie keer sneller dan in minder blootgestelde sectoren. Maar tegelijk vertraagt het jobaanbod voor klassieke witteboordenjobs zoals marketeers, juridische assistenten en financieel analisten.
De implicatie is duidelijk: niet iedereen zal mee zijn in deze nieuwe wereld. Vooral middenprofielen zonder technologische reflex, oudere werknemers en mensen buiten grote bedrijven dreigen uit de boot te vallen. De werkplek van morgen dreigt niet zozeer verdeeld te zijn tussen de ‘have’s en have not’s’, maar tussen de ‘know’s en know not’s’.
Daarom is de echte opdracht niet om AI te temmen, maar om mensen te wapenen. Scholing en vorming worden de spil van sociale vooruitgang. Bedrijven moeten investeren in AI-geletterdheid, niet als optionele vaardigheid, maar als basiskennis. Regeringen moeten zorgen voor brede toegang tot omscholing en levenslang leren, met specifieke aandacht voor kwetsbare groepen.
De Harvard Business Review pleit voor een hybride werkmodel waarin AI en mens elkaar versterken, maar waarin ruimte blijft voor autonomie en creatieve uitdaging. AI moet een hulpmiddel zijn, geen vervanging van de menselijke waarde op het werk. De echte winnaars worden die organisaties die AI slim integreren én tegelijk hun mensen mee ontwikkelen.
De AI-revolutie op de werkplek is geen toekomstbeeld meer, maar een feit. De eerste resultaten tonen hoop én waarschuwing. Productiviteit stijgt, maar menselijke betrokkenheid daalt. Sommige jobs verdwijnen of veranderen radicaal. Anderen floreren net door AI slim in te zetten.
Het komt er dus op aan om de mens niet achter te laten. De grootste ongelijkheid van morgen dreigt niet economisch te zijn, maar cognitief: tussen wie AI begrijpt en ermee leert werken, en wie achterblijft in een wereld die steeds sneller verandert. De kunst van vooruitgang is om de technologie te benutten, zonder de mens te vergeten. De toekomst behoort niet toe aan AI, maar aan mensen die weten hoe ermee te leven én te werken.
Column van Fons Van Dyck. Meer van zijn hand vind je op www.fonsvandyck.be. Hij schreef ook het boek ‘De toekomst is terug’ waarin hij zijn kijk op de wereld deelt en inzoomt op wat de wereld van morgen brengt.
Verdoe jij ook te veel tijd met het opvolgen van alle nieuwtjes in je feed? No worries, wij verzamelen alles wat nieuw is in de hr-wereld. Al die nieuwtjes komen wekelijks in jouw mailbox terecht.