In 2018 maakte 1,9% van de werknemers in de private sector gebruik van het systeem van betaald educatief verlof (BEV). Nog minder dus dan in 2017, toen het nog 2,0% was. "Wat ook al laag is", bedenkt Acerta.
Ondanks het toenemend belang van continue bijscholing, opteert de Belgische werknemer maar weinig voor betaald educatief verlof, aldus hr-dienstenbedrijf Acerta. In Wallonië is het zelfs maar 1% van de werknemers, de helft van het gemiddelde voor Vlaanderen (2%), en in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 1,4% van de werknemers.
Het stelsel van het betaald educatief verlof voorziet dat een werknemer die bepaalde opleidingen volgt, hiervoor bij zijn werkgever extra verlofuren kan opnemen. Acerta gaat ervan uit dat het aantal uren betaald educatief verlof een zeer goede indicatie is van het aantal opleidingen dat werknemers op eigen initiatief volgen.
Met 1,9% van de Belgische werknemers in de privésector dat in 2018 gebruikmaakte van betaald educatief verlof, daalt het gebruik van het BEV al voor het vijfde jaar op rij.
De 1,9% werknemers die zich wel bijscholen via het BEV-stelsel, bleven daarvoor in 2018 gemiddeld 51 uur afwezig van het werk. In 2017 was dat nog 58 uur. Daarmee bereiken ze weliswaar ruim het vooropgestelde minimum van 32 uur, maar ze blijven wel ver van het maximum van 120 uur.
Dirk Wijns, director Acerta Consult, beseft dat educatief verlof maar een van de vele opleidingsmogelijkheden is met een tegemoetkoming. "Dat werknemers er weinig en ook almaar minder voor opteren, betekent niet automatisch dat ze niet zouden (willen) bijleren, maar ze doen het blijkbaar zelden via dit stelsel. Dat zij die er wel gebruik van maken aan 51 uur educatief verlof komen, betekent dat zij ook nog eens heel zuinig omgaan met de uren waarop ze aanspraak kunnen maken.”
Tot september zijn de regels voor educatief verlof nog in alle gewesten gelijk: overal geldt de vroegere, in oorsprong federale, regeling. Vanaf 1 september wordt het betaald educatief verlof (BEV) in Vlaanderen geüpgraded naar het Vlaams Opleidingsverlof (VOV).
In dat nieuwe stelsel zal er een striktere controle zijn op de erkende - arbeidsmarkt- en/of loopbaangerichte – opleidingen om zo voldoende kwaliteit te kunnen garanderen.
Dirk Wijns wil nog wel zien of de nieuwe VOV-regeling een grote impact zal hebben. "Het VOV belooft wel een voor de werkgever transparanter systeem te worden. Het zal op termijn makkelijker administratief op te volgen zijn. Tot 2021 is er ook nog het overgangsregime. Opleidingen die vóór 1 september 2019 zijn aangegaan, worden nog tot en met het derde gevolgde jaar van de opleiding volgens het BEV-systeem behandeld.”
In Wallonië en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest blijft de federale regeling voorlopig van kracht.
Verdoe jij ook te veel tijd met het opvolgen van alle nieuwtjes in je feed? No worries, wij verzamelen alles wat nieuw is in de hr-wereld. Al die nieuwtjes komen wekelijks in jouw mailbox terecht.
