Privacyverklaring

Wees ‘anders’, maar niet té

8 juli 2020
Tekst
Kathleen Vangronsvelt, Antwerp Management School

De norm voor telewerk verschuift van gemiddeld 1 dag per week, naar gemiddeld 2 à 3 dagen per week. Werkgevers maken zich zorgen over de verbondenheid die hun werknemers voelen met het bedrijf en collega’s. Het deed me denken aan de verbondenheid die ik mocht ervaren tijdens sommige jobs. En aan de afwezigheid van dat gevoel in bepaalde andere jobs.

Waarom voelde ik me verbonden tijdens mijn eerste job op de luchthaven, of tijdens mijn doctoraatstraject, of aan Antwerp Management School? En waardoor voelde ik me nooit deel van de groep tijdens mijn consultancyperiode, of als docent in het hoger onderwijs? Met mijn aantal dagen op kantoor had dat maar weinig te maken. Zowel als doctorandus als nu werk ik veel van thuis uit. Aan de mensen heeft het ook nooit gelegen. Ik heb altijd fijne collega’s en leidinggevenden gehad. Het werk was ook altijd zinvol. Als docent hoger onderwijs raak je de levens van studenten. Waaraan ligt het dan wel? Wat maakt dat ik me thuis voelde in sommige organisaties of teams en nooit op mijn gemak in andere?

Wat zegt de wetenschap?

Je voelt je thuis in een groep wanneer er een evenwicht is tussen je differentiatie van, en assimilatie aan die groep (Optimal Distinctiveness Theory, Brewer 1991). Anders gezegd, je voelt je verbonden met een groep, wanneer je net anders genoeg bent als de rest van de groep én net genoeg hetzelfde.

Individuen hebben enerzijds een behoefte om uniek te zijn. Om een bijdrage te kunnen leveren die niet zomaar eender wie zou kunnen leveren, om niet moeiteloos inwisselbaar te zijn.

Maar ze hebben anderzijds een behoefte om hetzelfde te zijn, zich te herkennen in andere groepsleden. Om dezelfde taal te spreken, te begrijpen hoe de anderen zich voelen.

Wie té uniek is en zó anders praat over gemeenschappelijke interesses, krijgt het moeilijk. Die voelt zich een vreemde eend in de bijt, niet thuis in de groep. Maar wie té gelijkend is, wordt als het ware inwisselbaar. Het maakt niet uit of je nu wel of niet komt opdagen, je voelt je overbodig en niet thuis in de groep.

Wie daarentegen voldoende gemeenschappelijke grond vindt om te connecteren, en voldoende verschil om een unieke bijdrage te leveren, voelt die verbondenheid met de groep wel. Op de luchthaven deelde ik de fierheid en zorg voor de werknemers met mijn collega’s en mocht ik (onder glimlach en rollende ogen) allerlei nieuwe dingen proberen. Tijdens mijn doctoraat werd ik onthaald met de woorden: “Welkom, we gaan je hier helemaal academisch drillen en zijn super benieuwd naar de praktijkinzichten die jij kan binnenbrengen.” Op AMS herken ik me in de nieuwsgierigheid van mijn collega’s en voel ik hoe mijn uniek parcours soms extra waarde toevoegt.

Wat betekent dit nu in de praktijk?

Dat een goed evenwicht tussen het gevoel van medewerkers dat ze gelijkend zijn en dat ze toch ook uniek zijn, erg belangrijk is. Inzetten op het groepsgevoel in deze tijden van veel telewerk is dus belangrijk. Bijvoorbeeld door bewust aandacht te besteden aan hoe het met iedereen gaat, naast de focus op de taak tijdens een team meeting. Door online koffie te drinken met elkaar, tijdens de tijd die je normaal onderweg was naar de volgende meeting. Door een interessant zij-projectje op te zetten met twee collega’s, nu jullie twee uur per dag minder onderweg zijn.

Maar waak er ook over dat die focus op verbondenheid niet overhelt naar teveel assimilatie. Dat teamleden thuis bijvoorbeeld niet het gevoel krijgen dat het eigenlijk niet uitmaakt of ze nu wel of niet deelnemen aan die online meeting, omdat afwijkende meningen nu niet gewenst zijn en we in deze tijden vooral één hecht team moeten vormen.

Ook bij het aanwerven van nieuwe medewerkers is dit evenwicht cruciaal. Meer nog, onderzoek toont hoe belangrijk het is voor organisaties om optimaal gebruik te maken van de nieuwe, frisse blik die een nieuweling binnenbrengt, voor hij of zij ‘een van ons’ wordt. Maar over dit groeien door diversiteit, beste lezer, later meer. Voor nu: een fijne zomer gewenst!

Meer lezen

Brewer, M.B. (1991). "The social self: On being the same and different at the same time". Personality and Social Psychology Bulletin, 17, 475–482.

Leonardelli, G.J., Pickett, C.L., & Brewer, M.B. (2010). "Optimal distinctiveness theory: A framework for social identity, social cognition and intergroup relations". In M. Zanna & J. Olson (Eds.) Advances in experimental social psychology (Vol. 43, pp. 65–115). New York: Elsevier.