Privacyverklaring

Edito: De curve gaat nooit meer weg

1 juni 2020
Tekst
Jo Cobbaut

Het was wel schrikken: de beeldschermcamera op mijn zonverbrande neus kende geen genade. En dat rotding voorzag mijn rimpels van extra slagschaduw. Gelukkig volstonden een paar eenvoudige tips voor een wat milder beeld.

Ons team moest snel een virtueel alternatief ontwikkelen voor de rondetafelgesprekken die we brengen. In elk magazine brainstormen we met experten en hr-managers rond een thema. Alle deelnemers vinden dat zowel zinvol als aangenaam. Corona trok daar van de ene dag op de andere een streep door.

Na de eerste vertwijfeling begon het experimenteren met videovergaderen. De ict lukt al. Professioneel is onze setting (nog) niet, maar we leren. Al te drukke achtergronden verdwenen. Een enkel object zorgt voor wat diepte (zonder dat het een ongewenst thema wordt van gesprekken achteraf). De camera vermijdt kikvors-, helikopter- en nog gekkere perspectieven.

De eerste virtuele rondetafel was een behoorlijk succes. De journalist modereert nu wat strakker, maar alle deelnemers begrijpen wel dat ze om beurten gemutet worden. Bovendien kan een tweede journalist tijdens het gesprek coachen via chat. Het redactieteam ziet nu al veel potentieel. We zullen met plezier terugkeren naar de live ontmoetingen met onze doelgroep. Maar na de crisis wordt het zeker een en-enverhaal. Zo houden we als vakblad een cruciale competentie op peil: een nauw contact met onze doelgroep in al zijn verscheidenheid.

En voor u? Hoe groot wordt de hap die digital zal nemen uit het oude normaal? In elk geval zullen slimme organisaties medewerkers stimuleren om dat videovergaderen onder de knie krijgen. Maar in welk kader? Thuiswerken, telewerken of telewerken vanuit satellietkantoren. De veerkrachtige organisaties laten hun medewerkers meer dan vroeger zelf bepalen welke verplaatsing ze willen maken. En in welke formule ze het best tot hun recht komen. En voor welk type vergadering ze videovergaderen. Is het thuis te druk om er te werken? Voor anderen is het op het (landschaps)kantoor te druk om op kantoor te werken. Hou de opties open.

Experimenteer meer. Dat is wat alvast ook Peter Hinssen adviseert in zijn nieuwe boek ‘The Phoenix and the Unicorn’. “We moeten veel meer experimenteren met structuren, teamsamenstellingen, functies en takenpakketten. Nu wordt de innovatiestroom vaak verstikt met vaste departementen en teamleden die in vastomlijnde functies vastzitten.”

Hij pleit ook voor een ander leiderschap en voor meer aandacht voor welzijn en voor wat medewerkers gedreven houdt. Dat veronderstelt een goede radar, maar die heeft twee antennes: een voor empathische aandacht (en buikgevoel), maar ook een data-antenne.

Tot zover het concept. En de praktijk? Marco De Gooijer kan zeker inspireren. Hij is de eerste om toe te geven dat het digitaliserings- en dataproject bij Barry Callebaut ‘een grote olifant’ is. Die breng je niet op één dag in de porceleinkast binnen. Dan maar in schijfjes, waarbij elke fase haar meerwaarde bewijst. Alain Molinard die bij BASF de opleidingen schoeit op digitale leest, zal het zeker herkennen.

Het is niet zo anders dan met de coronacrisis. Je hebt catchy communicatie nodig in herkenbare taal (Blijf in uw kot!) en je moet kunnen onderbouwen met data. Elke Belg volgde dagelijks ‘de curve’. Hr in het nieuwe normaal ontwikkelt maar beter zijn eigen curves.