Privacyverklaring

Grote instroom 45+’ers in de zorg

26 oktober 2021
Tekst
Jo Cobbaut
Beeld
Shutterstock

Steeds meer 45-plussers vinden de weg naar de zorgberoepen in ons land. Sinds begin dit jaar is bijna een derde van de werknemers die aan een nieuwe job beginnen in de zorg ouder dan 45. Ondertussen is bijna één op twee werknemers in een zorgberoep ouder dan 45.

Dat blijkt uit een analyse van hr-dienstenbedrijf Acerta op basis van de gegevens van meer dan 1100 zorginstellingen en meer dan 100.000 werknemers in de zorg.

1 op 3 instromers is 45-plus

Vooral 40’ers, 50’ers en 60’ers gingen aan de slag ziekenhuizen, rust- en verzorgingstehuizen en in thuisverpleging en kinderopvang. 32% van de  nieuw aangeworven medewerkers dit jaar is 45-plus. Dat is een stijging van 13 procentpunten in vergelijking met 2020 en van 15 procentpunten in vergelijking met 2019.

Vooral het aandeel 56-65-jarigen en het aandeel 65-plussers zijn de laatste jaren spectaculair toegenomen: +306% voor de 56-65-jarigen op vijf jaar tijd en +2801% voor de 65-plussers op vijf jaar tijd. Ook de leeftijdscategorieën 36-45 jaar en 46-55 jaar zijn nu beter vertegenwoordigd in de aanwervingen dan vijf jaar eerder.

Carrièreswitch

We zien dan weer een krimp van de jongste categorie, de daling manifesteert zich vooral het laatste jaar. Ze is minstens voor een deel toe te schrijven aan het verlengen van de zorgopleidingen van drie naar vier jaar.

Erik Vermeiren, expert zorgsector bij Acerta, analyseert dat instromers van 45 jaar soms eerder al een stuk loopbaan in de zorgsector hadden, maar dat verklaart niet de hele groei van instromers in die leeftijdscategorie. “In het aandeel oudere instromers zitten ook mensen die een echte carrièreswitch hebben gemaakt, de zij-instromers. De coronacrisis heeft de zorgsector op het voorplan geschoven en 40’ers, 50’ers en 60’ers hebben dit moment aangegrepen om hun carrière om te gooien omdat ze meer willen terugdoen voor de maatschappij. Een job in de zorg is weliswaar zwaar, maar zorgt ook voor stabiliteit. Niet alleen biedt de sector werkzekerheid, ook de verhouding tussen werk en privé is vaak goed – in tegenstelling tot wat mensen soms denken. Tot slot biedt de zorgsector ook voordelen qua loon, door de barema’s die een goed zicht geven op de evolutie van het loon doorheen de jaren.

Vergrijzing en verzilvering

Door de grotere instroom van 45-plussers in de zorgsector is op dit moment bijna 1 op de 2 werknemers (48%) in de sector ouder dan 45. Dat hoeft geen probleem te zijn, zolang de sector erin slaagt om nieuw, jong bloed aan te trekken. Erik Vermeiren van Acerta ziet een vergrijzing én een verzilvering: “Zowel de gemiddelde leeftijd van de bewoners van woonzorgcentra als de gemiddelde leeftijd van de mensen die er werken neemt toe. Het is dus belangrijk om ook jonge mensen te blijven aantrekken. Werknemers willen net als in de profitsector vaker aanspraak maken op andere voordelen buiten hun brutoloon. Denk aan een fietsleasing of mobiliteitsvoordelen via een cafetariaplan van de werkgever. Zorginstellingen zullen die voordelen moeten kunnen aanbieden om jongeren of werknemers uit de profitsector te overtuigen om de overstap te maken.”

Waar vindt de zorg nog extra geschikte werknemers?

Naast werknemers die uit ideologische overwegingen – vooral ouderen – voor de zorg kiezen, kan de sector ook nog in heel wat andere vijvers naar geschikt talent vissen, volgens Acerta. Zo zijn er bijvoorbeeld heel wat mensen die ooit een opleiding zorg- of verpleegkundige volgden en er daarna niets mee hebben gedaan. Ook bij niet-Belgen en migranten zijn er nog heel wat potentiële werknemers voor zorgberoepen te vinden. Slechts een kleine minderheid (4,4%) van de werknemers in de zorg heeft momenteel een andere nationaliteit, al neemt dat percentage geleidelijk aan toe (+14% op vijf jaar tijd).