Privacyverklaring

Het probleem met ‘passie’ en je werkethiek

7 februari 2022
Tekst
Jo Cobbaut
Beeld
UC Press

In haar boek The Trouble with Passion doorprikt Erin A. Cech het passiediscours rond werk en leven. Zeker in landen als de VS met een pover sociaal vangnet, werkt deze cultuur nefast.

Erin A. Cech is Assistant Professor in de sociologie aan de Universiteit van Michigan. Ze deed onderzoek naar de keuze voor werk dat je doet vanuit een ‘passie’. Daaruit blijkt dat die keuze uiteindelijk voor slechts een minderheid ook uitmondt in stabiel en bevredigend werk.

De idee dat wie doet wat hij graag doet, nooit hoeft te werken, is wellicht populair bij hoger opgeleiden. Mensen zonder hogere opleiding of specifieke skills moeten dikwijls lager betaald werk uitvoeren en voor hen is de hele idee van alle dagen gepassioneerd aan de slag gaan, minder evident, zo analyseert professor Erin A. Cech.

Maar ook voor hoger opgeleiden leidt deze zoektocht naar werk dat je doet uit passie, lang niet altijd tot een goed professioneel leven. Vooral wie een arbeidersachtergrond heeft, of behoort tot een eerste generatie van hoger opgeleiden, loopt een sterk verhoogd risico om vanuit hun keuze voor hun passie, te blijven steken in slecht betaalde banen en onzekere arbeidsverhoudingen.

Maar de idee van ‘kies voor je passie’ is ook schadelijk om nog een andere reden: zelfs werknemers die werk doen waarvoor ze eigenlijk geen passie voelen, worden soms toch verondersteld om te doen alsof. Steekproefsgewijs zag Erin Cech dat werknemers in front desks onder druk staan om te doen alsof ze dat met hart en ziel doen.

Het passie-discours is verleidelijker voor jonge volwassenen uit middenklasse of hogere klasse. “Die hebben meer toegang tot springplanken en valnetten.” Deze gepriviligieerden kunnen een tijdje aanmodderen zonder al te veel zorgen over een zware studielening en kunnen wat langer onbetaalde stages doen in de hoop een voet tussen de deur te krijgen in de organisatie van hun dromen. Ze rekenen ondertussen op financiële steun van ouders en op steun van het netwerk van die ouders.

Werkgevers zijn hier de winnaars, zo concludeert Erin Cech uit een experiment naar de reacties van potentiële werkgevers op sollicitanten die niet ‘passie’ opgaven als reden voor hun belangstelling, maar andere redenen. ‘Gepassioneerde’ sollicitanten kregen de voorkeur, mede doordat de werkgever ervan uitgaat dat die ook harder zullen werken zonder opslag te verwachten. Erin A. Cech stelde ook vast dat een substantieel aantal van die gepassioneerden bereid waren om salaris, jobzekerheid en vrije tijd op te offeren.

Het boek van Cech focust op de situatie in de VS, maar ze vermoedt dat het passiediscours overal weerklank vindt waar de economie ook voor kenniswerkers ongunstiger evolueerde en waar cultureel veel nadruk ligt op individualisme en en zelfrealisatie. Dat is zeker het geval in Engelstalige landen, maar ook in West-Europa. Maar de gevolgen zijn het ergst in de VS voor wie de droom niet realiseert, want de sociale zekerheid heeft er hen weinig te bieden.

Maar waar komt dat passie-discours vandaan? Erin Cech ziet de teleurgang van stabiel werk voor kenniswerkers gedurende de voorbije dertig jaar als een belangrijke voedingsbodem. In tegenstelling tot ouders en grootouders met een hogere opleiding, komt deze generatie steeds meer terecht in precaire werkomstandigheden. Zelfs wie goed werk levert, kan niet rekenen op een vaste baan.

Tegelijk stellen werkgevers steeds hogere eisen: ze verwachten ook van witteboordwerkers langere uren en meer productiviteit. Gedurende dezelfde periode wonnen idealen als individualisme en zelfexpressie aan gewicht. Erin Cech ziet die drang naar zelfexpressie in elk aspect van ons leven.

Het denken over werk als passie biedt een (schijn)oplossing voor twee soorten druk: de druk om steeds harder te werken en de sociaalculturele druk richting zelfexpressie. Deze situatie wordt draaglijk gemaakt door de idee dat je je passie volgt in je werk en je ontleent er ook nog eens een zekere zingeving aan.

Erin Cech, die zelf ooit geloofde in de idee van je werk als je passie, denkt dat leraars, ouders en opvoeders die idee sterk moeten relativeren en wijzen op gevaren. Bovendien mag het passiezoeken geen moreel toontje krijgen.

Ze pleit ook voor een beter sociaal vangnet en voor een remedie tegen de verpletterende druk van de studielening waaronder nogal wat jongeren gebukt gaan. Dat zou alvast ook het passiezoeken minder riskant maken.

Maar ze denkt dat we fundamenteler ook moeten kijken naar de kwaliteit van alle werk. Je passie zoeken, verlost een individu misschien van sleur en afstompend werk. Maar we zouden ook collectief kunnen denken over het verbeteren van alle werk en het vermijden van afstompend werk.

Collectieve oplossingen zoals betere werkuren, betere extralegale voordelen en minder overuren, zouden niet alleen passiezoekers helpen, maar ook werkers in banen met weinig potentieel voor de expressie van individuele passies. Laten we werk binnen duidelijke perken houden en ruimte overhouden voor zinvolle activiteiten of hobbies buiten de werkuren, zo suggereert Erin A. Cech.

Bron