Privacyverklaring

Het kleiner geheel. Het coronavirus op de werkvloer

5 maart 2020
Tekst
Jo Cobbaut

In ‘Het Kleiner Geheel’ fileert Ralf Caers de actualiteit en zoekt hij uit wat we van het wereldtoneel moeten onthouden om ons eigen leven en werk beter te maken. Deze week: het coronavirus.

Je voelt vast ook dat het een vreemde werkweek is. Na een vakantie moet er wel vaker werk worden ingehaald, maar nu komt er ook nog wat coronavrees bovenop. Op de werkvloer zien we immers collega’s die vrolijk op vakantie zijn geweest in Noord-Italië of Tenerife. En de meningen daarover lopen wel eens uiteen.

Het is perfect normaal als jij een andere visie hebt op het coronavirus dan je collega’s. Ons wereldbeeld wordt immers gevormd door onze ervaringen en het zijn die lessen die we vandaag gebruiken om te bepalen wat gevaarlijk is en wat niet. Iemand die ooit gebeten werd door een hond kan bijvoorbeeld sneller bezorgd zijn als een kind in de buurt van een hond komt dan iemand die nooit gebeten werd. Daarom heeft het weinig zin om te proberen om iemand op andere gedachten te brengen door je eigen wereldbeeld op te dringen. Een analyse die volstrekt logisch is in jouw wereldbeeld, kan immers totaal verkeerd zijn in de mijne. Je kan beter inspelen op de bouwstenen van andermans wereldbeeld. Door die bespreekbaar te maken kan iemand zelf zijn wereldbeeld in twijfel beginnen trekken en zich een nieuwe mening beginnen vormen.

Daarnaast kunnen we niet altijd evengoed omgaan met kansberekening. Soms zijn we overdreven positief. We weten bijvoorbeeld dat veel koppels scheiden, maar zijn er zeker van dat wij wél samen zullen blijven. We kunnen niet echt uitleggen waarom wij anders zijn, maar zijn er wel rotsvast van overtuigd. Andere keren denken we dan weer overdreven negatief. We denken bijvoorbeeld dat wij zullen neerstorten met het vliegtuig, terwijl een crash amper voorkomt. Ook hier zijn de rationele argumenten dus ver te zoeken.

Het zijn net deze wereldbeelden en inschattingsfouten die nu botsen op de werkvloer. De overdreven positivo’s roepen luid dat het allemaal overdreven is, banaliseren de adviezen van de overheid en hoesten met opzet in je richting. De overdreven negativo’s praten de anderen angst en schuldgevoelens aan. Beide groepen irriteren zich bovendien aan elkaar en gaan bij elk gesprek nog sterker geloven in hun eigen gelijk.

Net zoals bij een normaalverdeling, zit er tussen de kleinere groepen positivo’s en negativo’s een heel grote groep mensen die wél mentaal hygiënisch met het coronavirus omgaan. Zij begrijpen dat iedereen het virus kan krijgen en dat het dus wél zin heeft om regelmatig je handen te wassen en niet aan je neus of mond te komen (realistisch negatief). Ze begrijpen echter ook dat de kans op besmetting tijdens de incubatieperiode klein is en er dus geen reden is om thuis te blijven (realistisch positief). We leven immers niet in de televisiereeksen ‘Cordon’ of ‘The Walking Dead’.

Deze mentale hygiëne vereist wel dat we nauwkeurig blijven omgaan met onze biologische hygiëne. Het kan immers gebeuren dat je twintig keer per dag je handen wast en opeens toch een zoen geeft aan een (mogelijk besmette) collega. Als we onszelf die fouten makkelijk vergeven, dan zijn we niet mentaal hygiënisch, maar overdreven positivo’s in vermomming die zichzelf een rad voor ogen draaien. Als we onszelf daarna laten gaan, dan worden we overdreven negativo’s in vermomming. Onze hersenen krijgen dus pas rust als we onze sterke mentale hygiëne onderbouwen met een sterke biologische hygiëne.

Mijn moeder leerde me ooit dat je beter kan nadenken als je proper bent. Alsof je bij het wassen van je handen, ook de zorgen in je hoofd wegwast. Het was corona-advies avant a lettre.