Privacyverklaring

Industrie 4.0 en technostress: tijdige opleiding is cruciaal

20 november 2019
Tekst
Jo Cobbaut

Arbeiders in de maakindustrie zijn benieuwd naar nieuwe technologieën, maar tegelijk bezorgd over de impact ervan op hun job. Dat komt wellicht mede doordat ze zich te  weinig betrokken voelen bij de invoering van technologische innovaties.

Dat zijn de belangrijkste conclusies van een nieuw onderzoek van de KU Leuven in opdracht van de christelijke vakbond ACV METEA die werknemers in onder andere de metaal- en textielindustrie vertegenwoordigt.

Industrie 4.0: connectiviteit

‘Industrie 4.0’ slaat vooral op de toenemende connectiviteit in industriële productieprocessen. Systemen zijn digitaal met elkaar verbonden en wisselen data met elkaar uit. Op deze manier kunnen technologieën met elkaar, hun operator en het product communiceren. De trend is vooral zichtbaar in de maakindustrie.

Onderzoekers van het HIVA-onderzoeksinstituut ondervroegen 4.586 arbeiders van metaal- en textielbedrijven in België. Gesprekken met vertegenwoordigers van de werknemers zorgden voor meer diepgang.

Technostress

Het onderzoek wijst uit dat werknemers die met nieuwe technologieën werken, meer autonomie ervaren, maar hun werk ook mentaal belastender vinden.

Uit de focusgroepen bleek dat dit te maken kan hebben met de grotere complexiteit die ze in hun werk ervaren. Nieuwe, ‘slimme’ machines zijn bijvoorbeeld in staat om zichzelf te bedienen, waardoor werknemers extra verantwoordelijkheden opnemen, zoals het onderhoud van de machine.

Opvallend: de jongste categorie van werknemers (18-24 jaar) ervaart juist minder cognitieve belasting als ze werken met nieuwe technologieën. Technostress was het hoogst bij oudere werknemers en het laagst bij jongere werknemers.

Een op de vijf krijgt géén opleiding

Nieuwe taken vereisen ook nieuwe vaardigheden, en dus opleiding. Een vijfde van de bevraagde werknemers geeft aan dat ze geen opleiding kregen bij de invoering van nieuwe technologie. Nochtans rapporteren werknemers die dit wel kregen, een hogere autonomie, voelen ze zich beter op het werk en ervaren ze minder onzekerheid.

Privacy

De onderzoekers bekeken ook hoe het met de privacy van de arbeiders is gesteld op de werkvloer. De bedrijven uit de studie verzamelen vooral de aankomst- en vertrektijden, de locatie en de activiteiten van hun werknemers.

Ongeveer acht op de tien werknemers zijn op de hoogte dat deze gegevens over hen worden verzameld, maar de helft van hen krijgt geen inzage in deze data.

Arbeiders betrekken

Bedrijven, vooral in de metaalsector, onderzoeken de mogelijkheden van slimme technologieën. Meer dan de helft van de werknemers stelt echter dat ze hier zelden tot nooit bij betrokken worden. Meestal gebeurt dit pas als de technologie daadwerkelijk in gebruik werd genomen.

Nochtans singaleren werknemers die wel betrokken werden bij de invoering van nieuwe technologie ook hier een duidelijk betere werkbeleving, meer autonomie en minder onzekerheid.