Privacyverklaring

Ook files duwen pendelaar niet uit de auto

29 oktober 2019
Tekst
Jo Cobbaut

Ondanks het fileleed, de milieu-impact en het groeiend aantal mensen dat mag thuiswerken, blijven Belgische werknemers massaal de auto nemen naar het werk. Minder dan de helft is bereid om zijn wagen aan de kant te zetten voor een klimaatvriendelijk alternatief.

Dit blijkt uit een onderzoek van hr-dienstverlener Tempo-Team bij werkende Belgen.

Zeven op de tien werkende Belgen nemen meermaals per week de auto naar het werk. De helft doet dat zelfs dagelijks. Slechts een derde gaat meestal te voet en een vijfde van de werknemers kiest geregeld voor het openbaar vervoer of de (elektrische) fiets.  

Bron Tempo-Team

Franstaligen nemen significant vaker de trein, tram, bus of metro naar het werk dan Nederlandstaligen (46% vs. 30%). Die nemen dan weer meer de fiets (32% vs. 8%).

Gemak gaat boven klimaat  

Bij de keuze van het vervoermiddel moet het klimaat de duimen leggen voor het gebruiksgemak en comfort. 

Bron Tempo-Team

Bij de keuze voor een vervoersmiddel primeert de reistijd, maar ook betrouwbaarheid, flexibiliteit en comfort scoren hoog. Werknemers laten de auto pas staan zodra hun werkgevers vooral meer fietsvoorzieningen en financiële stimuli voorzien voor de tweewieler.

Amper een op de zeven werknemers houdt bij zijn mobiliteitskeuze ook rekening met de impact op het milieu. Werknemers die regelmatig het openbaar vervoer of de fiets nemen, doen dit wel vaker uit milieu-overwegingen dan wie zelden of nooit op die manier naar het werk gaat (respectievelijk 24% vs. 12% en 35% vs. 9%).

Minder dan helft van automobilisten open voor alternatief

Minder dan de helft van de automobilisten wil overwegen af en toe een alternatief vervoermiddel naar het werk te nemen zoals tram, trein, bus of fiets. Dit komt vooral door:

  • de slechte bereikbaarheid van hun werkplek met het openbaar vervoer (35%);
  • een onvoldoende flexibele dienstregeling (24%);
  • omdat de wagen nodig is voor professionele verplaatsingen (23%). 

Bij de automobilisten die wel willen overwegen om de wagen vaker aan de kant te laten, wil een kwart met fiets naar het werk komen. Een op de zes zou dan kiezen voor carpoolen, autodelen of het openbaar vervoer. Enkel nog het openbaar vervoer of de fiets gebruiken, kan maar 5% van de bevraagden bekoren.

Extra inspanningen werkgever kunnen groot verschil maken

Bij de oplossing van het mobiliteitsvraagstuk is er volgens de werknemers een belangrijke rol weggelegd voor werkgevers. Een vijfde van de werknemers die met de auto naar het werk gaat, zegt dat ze minder vaak de wagen zullen nemen mocht hun werkgever bedrijfsfietsen, een fietsvergoeding of een mobiliteitsbudget aanbieden. 

Bron Tempo Team

Werkgevers zijn zich hier ook duidelijk van bewust: 

  • Bijna twee op de drie vinden het de taak van bedrijven om  mee te werken aan betere en duurzamere mobiliteit.
  • De helft van de werkgevers biedt daarom een fietsvergoeding aan en laat zijn werkgevers thuiswerken. 
  • Een derde voorziet bijkomende fietsinfrastructuur. 
  • Een kwart voorziet ook bedrijfsfietsen.
  • Een werkgever op de vier wil het aantal bedrijfswagens verminderen en alternatieven promoten.

Grote bedrijven investeren beduidend vaker in groene mobiliteitsoplossingen dan kmo’s (82% vs. 67%).

Ook op ander vlak kunnen werkgevers een verschil maken. Bijvoorbeeld  door mensen die carpoolen een parkeerplek vlakbij de ingang te geven. Ook mogen thuiswerken werkt: drie jaar geleden liet maar een op de drie werkgevers toe om af en toe van thuis te werken. Nu is dat al 48%.

Overheid moet investeren 

Tot slot hebben de werkende Belgen nood aan meer openbaar vervoer en een betere fietsinfrastructuur. Zo moet de overheid volgens hen vooral investeren in:

  • betrouwbaarder openbaar vervoer (36%);
  • goedkopere trein-, tram- en bustickets (29%);
  • meer fietssnelwegen (24%).