Privacyverklaring

Sociale verkiezingen: wat vindt de onderneming over de praktijk?

29 augustus 2019
Tekst
Jo Cobbaut

In mei 2020 organiseren heel wat bedrijven weer sociale verkiezingen. Bijna negen op de tien werkgevers vinden de huidige procedure van 150 dagen te lang. De idee van een vakbondsvertegenwoordiging vindt wel vrij veel steun.

HR-dienstverlener Acerta onderzocht de houding van ondernemingen tegenover de bestaande Belgische overlegstructuren en de werknemersvertegenwoordiging.

75 of zelfs 30 dagen moet ook kunnen

De procedure van de sociale verkiezingen – die nu 150 dagen duurt – zou korter moeten volgens werkgevers. Een kwart (26%) denkt dat het in 30 dagen moet af te handelen zijn en 41% mikt op de helft van de huidige periode, zijnde 75 dagen.

De frequentie van de verkiezingen – om de vier jaar – vindt een kleine helft (48%) van de werkgevers dan weer prima, 41% zou voorstander zijn van sociale verkiezingen om de zes jaar.

Vakbondsafvaardiging is nuttig

Naast een ondernemingsraad en/of comité voor preventie en bescherming op het werk, is er als overlegorgaan in veel bedrijven ook een vakbondsvertegenwoordiging.

Mocht de keuze vrij zijn, dan zou een kwart van de ondernemingen met minder dan honderd werknemers er nog altijd voor kiezen om een afvaardiging te hebben, in ondernemingen met meer dan honderd werknemers zou 55% hoe dan ook ‘ja’ zeggen tegen een vakbondsafvaardiging en in bedrijven met meer dan vijfhonderd werknemers zelfs 65%.

Marlies Santermans, projectleider Sociale Verkiezingen bij Acerta: “In kleine ondernemingen is de lijn tussen werkgever en werknemer vanzelf kleiner. Dan nog zou een op de vier gewonnen zijn voor vakbondsafgevaardigden in het bedrijf. Ook zij zien een rol weggelegd voor de vakbonden als kanaal voor overleg met de medewerkers.”

Elke maand structureel overleg

Ondernemingen respecteren de wettelijk opgelegde frequentie voor het overleg in de ondernemingsraad en het comité voor preventie en bescherming op het werk.

  • 21% komt minstens twaalf keer per jaar samen,
  • 25% elf keer en
  • 39% tien keer.

Buiten de vakantieperiodes plegen werkgevers en werknemers dus zo goed als elke maand officieel overleg.

Rol van de secretaris

Het valt Marlies Santermans ook op dat onderhandelingen over cao’s vooral gebeuren met de leden van de vakbondsafvaardiging en eerder niet met de secretaris van de vakbond. "Die laatste speelt in 60% van de gevallen een beperkte rol; in 37% van die gevallen wordt hij/zij zelfs enkel betrokken bij de ondertekening van de cao. Wellicht schatten wij als hr-partner de rol van de secretaris (of vrijgestelde) hoger in, omdat wij vooral betrokken worden bij heikele thema’s. Dat zijn wellicht ook de momenten dat de secretaris erbij wordt gehaald.”

Werkgever communiceert zelf

De cijfers leren tot slot ook dat de werkgever zelf het actiefst communiceert naar de werkvloer over de resultaten van het overleg in de ondernemingsraad en het comité voor preventie en bescherming op het werk (zie figuur onder)

Bron Acerta