Privacyverklaring

Turbotijden

1 april 2021
Tekst
Jo Cobbaut

De crisis zette een turbo op ons ict-gebruik én op onze aandacht voor welzijn. We hebben al langer dan vandaag een gigantisch aantal zieke inactieven, maar tegen eind 2021 zou er al sprake zijn van 500.000. Welzijn is niet toevallig een hoofdbekommernis van velen die in dit magazine aan het woord komen.

Dat begint bij Elke Willaert, die mij terugkatapulteerde naar mijn jeugdjaren met een citaat van dichter Hans Andreus: ‘Je bent zo mooi anders dan ik, (…) ik zou je nooit anders dan anders willen.’ (Ik viel er al voor als scholier, maar dat doe ik nog altijd.) Elke Willaert citeert de dichter op pagina 6 als aanloop naar een pleidooi voor respect en inclusiviteit.

Die aandacht voor inclusie heeft ook Stijn Nauwelaert, want voor Microsoft is het een van de strategische pijlers van de cultuur. Dat deze organisatie met ruim 168.000 medewerkers in 122 landen (2020) die inclusiviteit zo belangrijk vindt, heeft te maken met medewerkers betrokken houden en creatief laten meedenken. Het heeft ook te maken met talent vinden dat er niet altijd meer is waar de organisatie dat traditioneel zocht. Het is al zover gekomen dat Microsoft investeringen doet in regio’s omdat het heeft uitgevogeld dat daar ook het nodige talent aanwezig is. Op basis van data van LinkedIn en andere bronnen kwam het nieuwste onderzoekscentrum in Kenia te liggen.

En zo wordt Microsoft een zeer diverse organisatie, op het vlak van nationaliteiten, etnieën, gender, seksuele geaardheid, leeftijd, … Inclusiviteit is ook nog iets anders. Inclusiviteit is meer een kwestie van individuele perceptie. Microsoft bevraagt medewerkers naar wat ze ervaren: waardeert hun omgeving diversiteit? Krijg je kans om je mening te geven? Word je beoordeeld op basis van je bijdrage of op basis van andere criteria? Let je leidinggevende op inclusiviteit? Dat meet Microsoft allemaal via periodieke elektronische rondvragen. Wat ons trouwens bij technologie brengt. Inclusiviteit bevorderen, zit hem ook in kleine, praktische dingen. Stijn Nauwelaerts: “Technologie maakt het nu mogelijk om videovergaderingen onmiddellijk te ondertitelen en/of te vertalen. Dankzij dat videovergaderen horen we stemmen die we eerder veel minder hoorden. Bijvoorbeeld medewerkers die zich er comfortabler bij voelen om een vraag in te typen, eerder dan een vergadering ‘te onderbreken’.”

Dat hebben ook de hr-managers aan onze rondetafel over de zorg gezien. Een van hen noemde de crisis ‘onze beste IT-manager’. Misschien wordt ze ook de beste ambassadeur voor hr. Net als Stijn Nauwelaerts denken zij in ieder geval dat technologie en de typische hr-skills om mensen te verbinden, elkaar kunnen versterken.

Zullen we ons deze tijd herinneren omwille van de doorbraak van veel ict? Hopelijk wordt die trend overschaduwd door een andere en blikken we later op deze periode terug als het moment waarop hr definitief de belangrijke rol waarmaakte van architect van een duurzame cultuur. Met technologie als hefboom, maar ook niet meer dan dat.