Privacyverklaring

Voka: ‘Laat VDAB opleidingsaanbod voor tijdelijke werklozen formuleren’

29 juni 2020
Tekst
Jo Cobbaut
Beeld
Dann

De federale regering wil dat bedienden in tijdelijke werkloosheid om economische redenen twee dagen opleiding per maand volgen. Voka vreest voor een extra last voor ondernemingen. De werkgevers bepleiten dat werklozen zich inschrijven bij de VDAB en die laatste zou dan een oplossing moeten zoeken op de markt.

In het actuele voorstel over de overgang naar tijdelijke werkloosheid om economische redenen, zou een nieuwe voorwaarde worden toegevoegd: de werkgever moet voortaan in het ondernemingsplan opnemen dat bedienden in tijdelijke werkloosheid twee vormingsdagen per maand krijgen.

Liever gestructureerde acties

Voka staat achter de idee dat we moeten vermijden dat de afstand tot de arbeidsmarkt vergroot terwijl werknemers in het stelsel van tijdelijke, economische werkloosheid zitten. Maar het huidige voorstel zal niet de gewenste impact hebben, zo vreest Veronique Leroy, senior adviseur sociaal recht en arbeidsmarkt bij het Vlaams netwerk voor ondernemingen.

Zo is de opleiding beperkt tot bedienden. Bovendien wordt de opleiding gereduceerd tot een bijkomende formele, administratieve etappe die elke individuele werkgever moet afvinken en is het onduidelijk wat de verantwoordelijkheid van de werknemer is.

Voka pleit voor gestructureerde acties gericht op de tijdelijke werklozen die het meest gebaat zijn met opleiding en/of het grootste risico lopen langdurig in deze situatie te verblijven (bijvoorbeeld in de luchtvaarsector, evenementenindustrie, horeca, …).

Dat kan beter niet via de individuele werkgever, vindt Voka. Werkgevers kunnen zeker ook inzetten op opleiding van tijdelijke werklozen maar dit gebeurt beter in een ondersteunende aanpak met hulp vanuit de hr-markt, de VDAB, economische steunmaatregelen gericht op transitie enzovoort. Een formele verplichting van twee dagen zegt trouwens niets over de richting, het nut en de kwaliteit van de opleiding. “Het zou in eerste instantie aan de VDAB en niet aan de werkgever moeten zijn om een opleidingsaanbod te formuleren”,stelt Veronique Leroy.

Inschrijven bij de VDAB

Concreet stelt Voka voor dat tijdelijk werklozen zich uiterlijk na twee maanden moeten inschrijven bij de VDAB  zodat die hen een opleidingsaanbod kan doen. Op deze manier moet de tijdelijke werkloze een redelijk opleidingsaanbod opnemen en aanvaarden als het wordt aangeboden. Het initiatief ligt dus allereerst bij de gewestelijke bemiddelingsdienst en niet bij de werkgever. Uiteraard kan die laatste ook zelf opleidingssuggesties formuleren.

Bron: Voka