Privacyverklaring
Hassan Al Hilou Hassan Al Hilou, Oprichter Capital vzw
Tekst
Melanie De Vrieze
Beeld
Juan Wyns

Wees niet de eenzame activist

21 februari 2023
Mensen zeggen me soms: je investeert altijd in de jeugd, maar je bent zelf ook nog jong. Ik geef mijn jeugdigheid op voor de jongeren, maar ik haal ook energie uit mijn werk’
Hassan Al Hilou, ooit een van de jongste ondernemers van België, richtte tijdens corona Capital op. De vzw laat Brusselse jongeren kennismaken met de arbeidsmarkt via technologie en probeert hen financieel zelfstandig te maken. Hij ziet dat bedrijven investeren in diversiteit, maar soms nog worstelen met de vraag hoe ze het moeten aanpakken. “Maak een actieplan in plaats van een strategisch plan en betrek de medewerkers.”

Hassan Al Hilou, ooit een van de jongste ondernemers van België, richtte tijdens corona Capital op. De vzw laat Brusselse jongeren kennismaken met de arbeidsmarkt via technologie en probeert hen financieel zelfstandig te maken. Hij ziet dat bedrijven investeren in diversiteit, maar soms nog worstelen met de vraag hoe ze het moeten aanpakken. “Maak een actieplan in plaats van een strategisch plan en betrek de medewerkers.”

Capital is gevestigd in een statig art-decopand aan metrostation IJzer. Het vijf verdiepingen tellende gebouw is sinds 2020 een toevlucht voor kwetsbare Brusselse jongeren. Zij komen er studeren, werken of solliciteren. Oprichter Hassan Al Hilou noemt Capital de ‘IKEA van de jeugdontwikkeling’. “Zoals je bij de Zweedse interieurwinkel alles vindt om je huis in te richten, willen wij voor de jongeren een innovatieve hub voor jeugdontwikkeling zijn. We bieden een breed aanbod van trajecten aan zodat de jongeren hun talenten kunnen ontwikkelen. We zijn altijd op zoek naar vernieuwende projecten en partners met een oplossing.”

Hoe bent u op het idee van Capital gekomen?
Hassan Al Hilou:
“Ik ben al sinds mijn zestiende ondernemer (zie kader), waardoor ik al een mooi netwerk opbouwde en mezelf financieel zelfstandig maakte. Ik ben in 2020 afgestudeerd in Innovation Management aan de VUB. Tijdens die coronaperiode kwam ik in aanraking met pijnlijke verhalen van jongeren die het moeilijk hadden, die zichzelf niet konden ontwikkelen, die geen hoop meer hadden enzovoort. Brussel kent vandaag vijfentwintig procent jeugdwerkloosheid. Elf procent van de jongeren maakt hun secundair diploma niet af terwijl tien procent tot de NEET-categorie (not in employment, education and training) behoort. Bij het zoeken naar een oplossing merkte ik dat er al veel hulp bestaat. In Brussel houden meer dan 900 organisaties zich bezig met de jeugd. De uitdaging ligt dus niet bij het aanbod. De oplossing lag niet in het klassieke klassikale werken waarbij je je richt tot twintig personen, maar in schaalbare innovatie-oplossingen. Die bieden we via Capital aan. We bereikten in 2020 tweeduizend jongeren, het jaar daarop vijfduizend en dit jaar bereikten we maandelijks 1.500 tot 2.000 jongeren.”

Waaruit bestaan die schaalbare innovatie-oplossingen?
Hassan Al Hilou: “Een schaalbare innovatie betekent dat je met een minieme, eenmalige investering in technologie veel mensen bereikt. Dat doen we bijvoorbeeld met JOBX, waarbij de X staat voor explore, expand en experience. Als je jongeren vraagt wat ze later willen worden, is het antwoord vaak: ‘Ik weet het niet’. Niet omdat het hen niet interesseert, maar omdat ze in een sociaal-economisch kwetsbare omgeving zitten. En daarin schuilt een gevaar. Het resultaat is vaak demotivatie, schoolmoeheid, schooluitval en later misschien ook burn-out omdat ze het verkeerde beroep gekozen hebben. Met JOBX willen we daar preventief op antwoorden door hen op jonge leeftijd te laten kennismaken met de arbeidsmarkt. Iedere dag geven we gemiddeld vijftig jongeren informatie over twintig sectoren en honderdvijftig beroepen. Op de eerste verdieping van dit gebouw huist een hoogtechnologische tentoonstelling waar we via augmented reality, virtual reality en holograms de diverse beroepen aan Brusselse jongeren tonen. We vonden snel bedrijven die in dit project wilden stappen en het financierden. Ondernemingen als Sofina, Colruyt, Nestlé, BESIX en Deloitte krijgen de exclusiviteit om hun sector voor te stellen. Met dit project hebben de bedrijven een maatschappelijke impact en waken ze erover dat die Brusselse jongeren ooit bij hen terecht zullen komen.”

BLIK VERRUIMEN

Terwijl dat niet het directe resultaat is waarnaar jullie streven?
Hassan Al Hilou: “Klopt. Capital is geen rekruteringsbureau. Wij willen in de eerste plaats dat duizenden jongelui in het Brusselse geïnformeerd raken over de arbeidsmarkt, de verschillende industrieën leren kennen en weten welke stappen ze moeten zetten om daar terecht te komen. Ruim negentig procent van de jongeren die JOBX bezoekt, kent minder dan drie van de twintig sectoren. Wij willen hun blik verruimen en hun idee over beroepen verbreden. Bij advocatuur denkt iedereen natuurlijk aan een advocaat, maar als de jongeren hier buitenstappen, beseffen ze dat een advocatenbureau ook andere jobs nodig heeft zoals marketeers of IT'ers.”

Zijn jobbeurzen en bedrijfsbezoeken dan geen oplossing om jongeren aan te trekken?
Hassan Al Hilou: “Die modellen zijn gedateerd. Ze komen uit een tijd dat Nokia alomtegenwoordig was. Dat werkt gewoon niet meer. Het is ook niet inclusief, want op jobbeurzen bereik je alleen maar jongeren die al een LinkedIn-profiel hebben (lacht). Technologie is de grote sprong voorwaarts. Ik vergelijk de jobbeurs met een bank en een cashautomaat, terwijl jongeren via hun gsm cashloos betalingen doen. Tijdens bedrijfsbezoeken luisteren jongeren een uur lang naar een uitleg over het bedrijf terwijl jongeren geïnteresseerd zijn in de praktische kant van het verhaal: hoe krijg je de job, hoe ziet de job eruit en hoeveel verdien je? JOBX toont hoe je innovatie creëert en hoe je inclusief pedagogisch werkt. Het concept is perfect schaalbaar want we kunnen dit zonder probleem wereldwijd invoeren. Met JOBX bereiken we ongeveer 350 jongeren per maand, maar er is grote groei mogelijk.”

Bedrijven hebben hun mond vol van maatschappelijk verantwoord ondernemen en diversiteit en inclusie. Hoe kijkt u daar zelf naar?
Hassan Al Hilou: “
Ik merk een positieve groei. We zitten in een cultuur waar bedrijven in de maatschappij proberen te investeren. Ze worstelen niet meer met de vraag ‘waarom’, want ze weten dat armoede bestaat en dat ze bepaalde initiatieven moeten lanceren. ‘Hoe’ ze het moeten aanpakken en ‘waar’ ze het meeste impact kunnen hebben, is wel nog altijd een grote uitdaging. Ik raad hen daarom altijd aan om hun eigen buurt te kennen. Wat speelt er in je regio? Zoek naar een oplossing of het potentieel. Ten tweede geef ik het advies om te investeren in een schaalbare oplossing. Investeer liever in een school dan in een klas. Dat zal veel meer impact hebben. Ten slotte vind ik het belangrijk om in een schakel te investeren. Kijk naar de fase ervoor en erna wanneer je in overleg gaat met een partner. Investeer in het collectief en in cocreatie, ter ondersteuning van de jongeren.”

Welke taak is weggelegd voor de hr-afdeling om diversiteit en inclusie te implementeren?
Hassan Al Hilou: “
Meten is weten, is het eerste punt waar de hr-manager rekening mee moet houden. Diversiteit meten is toegelaten mits je het volgens een bepaald format doet. Maar wat doen bedrijven meestal? Ze stellen een onderzoeksgroep samen die dan een jaar lang werkt aan een survey die niet kwetsend is. Een jaar in termen van diversiteit betekent vijf jaar. De groei is exponentieel. Tegelijk weet je al veel. Ik noem dat de LinkedIn-check. Vul op LinkedIn de naam van je bedrijf in, kijk naar de eerste connecties en scroll. Hoe divers is je organisatie? Kijk daarna naar de tweede connectie. Vaak zul je als leider misschien niet divers zijn, maar je bedrijf wel. Of jij en je bedrijf zijn niet divers en dan moet je een groeimodel van diversiteit en inclusie creëren.”

AMBASSADEURS

Hoe pak je dat aan?
Hassan Al Hilou: “
Ik fungeer vaak als tussenpersoon omdat medewerkers zich niet comfortabel voelen om met de ceo of hr-manager over diversiteit te spreken. Daarom moet een bedrijf expertise inhouse op te bouwen rond het thema. Door die expertise creëer je ambassadeurs. In plaats van de eenzame activist krijg je een leider met een groep die mee wil bouwen aan diversiteit. Je geeft empowerment aan medewerkers om een actieplan uit te tekenen. Ik zeg bewust actieplan en geen strategisch plan omdat het vandaag te laat is voor strategie. Het is tijd om de komende twaalf maanden actie te voeren. Zo hebben we bijvoorbeeld met honderdvijftig verschillende medewerkers een actieplan gemaakt. Wanneer die ambassadeurs dit op hun beurt doorgeven aan twee tot drie collega’s krijg je honderden medewerkers die op de hoogte zijn. Dat is veel effectiever dan wanneer jij als hr-director een consultant inschakelt, een strategisch plan maakt en dit vanuit hr uitrolt. Een actieplan vertrekt vanuit elk departement. Op die manier krijgt de hr-directeur buddy’s om bijvoorbeeld de producten, de marketing of de communicatie te veranderen.”

Hoe open je hen de ogen?
Hassan Al Hilou: “Dat doe ik door beelden te tonen van de laatste proclamaties. Ik ben zelf VUB Fellow en ben nauw betrokken bij de VUB. Daarnaast ben ik bestuurder van Erasmushogeschool Brussel. Als ik naar proclamaties ga, zie ik dat de rector bijna meer dan de helft van de namen niet kan uitspreken. Zo divers was het.”

Wat doe je met bedrijven die zeggen dat ze geen diverse medewerkers vinden?
Hassan Al Hilou: “
Het argument ‘We vinden ze niet’ is ingewikkelder dan het klinkt. Het betekent dat de bedrijfscultuur vandaag niet afgestemd is om ze te vinden. Met een duidelijk actieplan zul je dat wel doen, zoals dat ook bij onze klanten het geval is. De kans dat je ze niet vindt, is klein als je weet dat de stedelijke diversiteit in Brussel, Antwerpen en Gent uit meer dan zestig procent culturele diversiteit bestaat. Onze basisscholen in diezelfde steden zijn zeventig procent cultureel divers, ons land is vandaag een vierde divers. Daarom moet je vanuit verschillende kanalen medewerkers betrekken bij het verhaal. Vandaag komt er een golf van veranderingen op hen af. Denk maar aan de economische uitdagingen, digitalisering, governance en klimaat. Nu komt er nog eens diversiteit bij. Bij het woord diversiteit denken velen aan Robin Hood, iemand die met pijl en boog het geld of ‘hun stoel’ afneemt om die aan de minderbedeelden te geven. Het is ironisch, maar mensen denken dat ze plaats moeten ruimen als ze met diversiteit aan de slag willen gaan. Maar het gaat niet om jouw stoel, maar om de stoelen rond jou die leeg zijn en die niet ingevuld raken. Er is met andere woorden een potentieel aan diversiteit die ze niet bereiken.”

In Brussel houden 900 vzw’s zich met jongeren bezig. Hoe komt het een initiatief als Capital nog nodig is?
Hassan Al Hilou: “
Er is een gebrek aan weefsel tussen al die organisaties. Dat is de grootste uitdaging van het middenveld. De verschillende vzw’s kennen elkaar, maar er is een tekort aan middelen en tijd om de jongere door te verwijzen. Vaak is er een soort egoïsme. Eenmaal een organisatie een jongere over de vloer krijgt, hebben ze het gevoel dat het ‘hun’ jongere is. Dat is een gevaarlijke tendens, want het kind is van de maatschappij. Van zodra de jongeren andere noden en behoeften hebben, moeten ze gemakkelijk naar een andere organisatie kunnen stappen. Wij proberen daarop een antwoord te formuleren door in dit gebouw de organisaties met elkaar te laten werken.”

Wat zijn uw dromen en ambities?
Hassan Al Hilou: “Het unieke aan Capital is dat we gevestigd zijn in het Brusselse. Onze hoofdstad is een laboratorium op dat vlak. Brussel heeft de diversiteit en de uitdagingen, maar ook de opportuniteiten. Hier kun je oprecht experimenteren. Elk experiment dat succesvol is, wordt ook een programma, zoals JOBX. We hopen dat die programma’s ook buiten Brussel impact kennen. Onze ultieme droom is om elke Belgische jongere op die manier zicht te laten krijgen op de arbeidsmarkt. Dat gaan we niet doen door iedereen naar Brussel te laten komen, maar door JOBX op verschillende locaties te implementeren. Binnen vijf jaar willen wij toch wel het herkenningspunt zijn rond innovatie bij jeugdontwikkeling. Dat lijkt me realistisch.”

ROLMODEL
U bent voor veel mensen een rolmodel. Door wie laat u zich inspireren?
Hassan Al Hilou: “
Rolmodel zijn, is een mandaat dat de maatschappij je geeft en dat moet tijdelijk zijn. Een heel leven lang rolmodel zijn, zal misschien te vermoeiend zijn. Ik heb niet per se één persoon gehad waar ik naar opkeek, maar kwam op verschillende momenten in mijn ontwikkeling mensen tegen die mij inspireerden. Ik denk vaak terug aan Caroline Pauwels, de voormalige rector van de VUB. Ik heb een van de brainstormruimtes in ons gebouw naar haar vernoemd zodat ook de nieuwe generatie haar leert kennen. Ze is een belangrijke pilaar geweest in mijn ontwikkeling. Ik laat me ook inspireren door boeken. Meestal onthou ik per boek maar één pagina, maar neem ik die mijn hele leven mee. Ik laat me ook inspireren door mensen met hoop. Als ik een interview met zo iemand lees, word ik door die energie besmet.”

Wat zijn voor u de belangrijkste uitdagingen?
Hassan Al Hilou: “Wij bouwen aan innovatie in een nichesector, op een preventieve manier in plaats van op het moment zelf. De vraag is of bedrijven vandaag en in de toekomst klaar zijn om daarin te investeren. Als ik hoor dat ondernemingen geen talent vinden, dan moet je je misschien afvragen of je wel ooit in hun potentieel geïnvesteerd hebt. Zie je vandaag niemand op de arbeidsmarkt omdat je nooit op voorhand geïnvesteerd hebt? Het is een grote uitdaging om bedrijven vandaag en de komende jaren te overtuigen om preventief in de jeugd te investeren in plaats van reactief en achteraf.”

Maar het is nog niet te laat volgens u?
Hassan Al Hilou: “Ik hou altijd de uitspraak van keizer Augustus in mijn achterhoofd: festina lente (haast je langzaam). Voor mij is het altijd te laat, maar bedrijven kunnen een inhaalbeweging maken door innovatieve schaalbaarheid toe te passen en niet door op de klassieke manier te werken.”

U heeft een drukke agenda. Hoe probeert u zich te ontspannen, waar krijgt u energie van?
Hassan Al Hilou: “
Ik krijg energie door samen met vrienden en familie te drinken of te eten, gewoon rustig samenzijn. Mensen zeggen me soms: je investeert altijd in de jeugd, maar je bent zelf ook nog jong. Het is inderdaad de realiteit dat ik mijn jeugdigheid opgeef voor de jongeren, maar ik haal ook energie uit mijn werk. Niet door de administratie die aan het werk gekoppeld is, maar wel door bijvoorbeeld met een van de jonge gasten naar zijn voetbalwedstrijd te kijken of wanneer ik uitgenodigd ben voor een theaterstuk. Het geeft me energie als de jongeren zich ontwikkelen en hun talenten ontplooien, los van onze werking. Wij zijn zodanig met macro bezig dat je vaak de microkijk mist.
Op lange termijn wil ik de wereld zien. Reizen geeft me energie. Ik ben nooit volledig gedeconnecteerd. Elke morgen open ik mijn mailbox, maar de rest van de dag trek ik rond. Ik heb geen voorkeur voor een bestemming zolang er maar zon is. De voorbije jaren heb ik al veel landen bezocht. Het zijn atypische bestemmingen waar mensen soms bang van zijn of met moeite een visum voor krijgen. Niet per se het land, maar vooral de ontmoetingen met de mensen en de gesprekken spreken me aan. En ook dan blijf ik ondernemer. In Turkije zal ik met de jetskiverhuurder op het strand niet over de prijs onderhandelen, maar ben ik wel benieuwd hoeveel het kost om daar te staan of hoeveel uren hij werkt. Laatst nam ik in Iran een trein die dertien uur lang het land doorkruiste. Dat is het ideale moment om met iedereen in gesprek te gaan. Ik ben altijd benieuwd naar andere culturen.”