Vier op de tien werknemers gebruiken fiets voor woon-werkverkeer

Verrassend nieuws in een koude winterweek. Vier op de tien werknemers gebruiken de fiets voor woon-werkverkeer. Dat blijkt uit de jaarlijkse mobiliteitsbarometer van hr-dienstenbedrijf Acerta op basis van data van ruim 340.000 personen in België. Nog een opvallende constatering: bijna één op de vier werknemers bestuurt intussen een bedrijfswagen.

Vijf interessante vaststellingen:

1. Groene bedrijfswagens: Momenteel heeft 23,5% van de bedienden een bedrijfswagen, een stijging ten opzichte van vorig jaar. Het wagenpark vergroent snel: 10,1% van de wagens is nu elektrisch en 17,1% heeft een hybride motor. Dieselwagens zijn sterk afgenomen (-24,4%).

2. Fiets daagt koning auto uit: 77,7% van de woon-werkverplaatsingen gebeurt per auto, licht gedaald ten opzichte van 78,3% vorig jaar. De fiets neemt letterlijk en figuurlijk meer ruimte in: bijna vier op de tien Belgen (39%) fietsen minstens een deel van hun pendeltraject, vergeleken met 33% drie jaar geleden.

3. Fietsflexibiliteit: Fietsen wordt steeds populairder, vooral in combinatie met andere vervoermiddelen. 15,3% fietst het volledige traject, 21,97% combineert met de auto, 1,33% combineert fiets en openbaar vervoer.

4. Openbaar vervoer: Na corona kent het openbaar vervoer jaar na jaar een lichte stijging. Momenteel gebruikt 8,5% van de werknemers trein, tram of bus om naar het werk te gaan. In combinatie met andere vervoermiddelen komt het totale aandeel op 8,5%.

5. Regionale tewerkstelling: De meerderheid van de werknemers werkt in de eigen provincie. Waals-Brabant valt op omdat 50% buiten de provincie werkt: werknemers pendelen vooral naar Brussel en Vlaams-Brabant. De gemiddelde woon-werkafstand bedraagt 20,8 kilometer, met Henegouwen als koploper (27,76 kilometer).

Het onderzoek doet geen uitspraak over het aantal dagen per week dat werknemers de afstand naar het werk afleggen.

Bron: Acerta

Foto: Charlotte Thijs, mobiliteitsexperte van Acerta Consult.