Privacyverklaring

Op termijn naar meer online tijdregistratie

3 juli 2019
Tekst
Jo Cobbaut

De helft van de Belgische organisaties heeft een verplichte tijd- en aanwezigheidsregistratie voor al hun personeel. 22% past dit alleen toe voor bepaalde groepen medewerkers.

Een en ander blijkt uit gezamenlijk onderzoek van HR-dienstverlener SD Worx en Protime, specialist in tijdregistratie en personeelsplanning. De verplichte tijd- en aanwezigheidsregistratie is het populairst in het Verenigd Koninkrijk, waar het in 63% van de gevallen van alle werknemers verwacht wordt. Nederland scoort met 42% het laagst voor verplichte tijd- en aanwezigheidsregistratie.

Daartegenover scoort Nederland het hoogst wat selectiviteit betreft: 23% van de bedrijven gebruikt de verplichte tijd- en aanwezigheidsregistratie er alleen voor bepaalde werknemers, in België is dat 22%.

Frankrijk telt blijkbaar het laagste aantal registratiesystemen. De Belgische resultaten liggen sterk in lijn met de Europese gemiddeldes.

Doorgaans wordt tijd- en aanwezigheidsregistratie minder vaak toegepast in bedrijven met minder dan vijftig werknemers: 60% heeft zelfs helemaal geen tijd- en aanwezigheidsregistratie. Bij bedrijven met meer dan 50 werknemers gebruikt 92% tijd- en aanwezigheidsregistratie voor ten minste enkele werknemers.

Waarom?

België schakelt tijd- en aanwezigheidsregistratie vooral in:

  • om financiële redenen en voor monitoring (36%), net als in Duitsland en het VK;
  • omdat het wettelijk verplicht is’ (compliance - 33%);
  • door de vraag naar flexibiliteit (30%);
  • voor HR-efficiëntie (27%) en
  • voor planning van de personeelscapaciteit (22%).

België scoort het laagst van alle landen voor de planning van de personeelscapaciteit (22%) en HR-efficiëntie (27%).

Compliance en HR-efficiëntie worden vaker aangestipt in bedrijven met honderd of meer werknemers. In Frankrijk, Duitsland en Nederland wordt de planning van de personeelscapaciteit en HR-efficiëntie vaker vermeld dan in de andere landen. In Frankrijk is regelgeving meestal de hoofdreden, terwijl dat in Nederland de planning van de personeelscapaciteit is.

Niet verplicht voor alle werknemers

Sommige organisaties voeren tijd- en aanwezigheidsregistratie slechts voor bepaalde werknemers in. In België hangt dat dan meestal af van het functietype van de werknemer (55%) of het functieniveau (36%). Beide cijfers zijn hoger dan in de rest van Europa. Met 44% scoort Frankrijk opmerkelijk hoog voor tijd- en aanwezigheidsregistratie voor uitsluitend arbeiders. België scoort het laagst van alle landen bij tijd- en aanwezigheidsregistratie voor uitsluitend bedienden (9%): de verschillen met Duitsland (37%) en Frankrijk (31%) zijn groot.

Juridisch kader

“België kent geen algemene verplichting tot tijdregistratie", verduidelijkt Geert Vermeir, juridisch adviseur bij SD Worx. "De wet legt wel een verplichting op in een aantal specifieke situaties, bijvoorbeeld voor bepaalde flexibele tewerkstellingsvormen zoals gelegenheidswerknemers in de horeca. Ook legt de wet bij glijdende uurroosters een tijdsopvolging op. De werknemer bepaalt zelf het begin en het einde van zijn arbeidsprestaties en zijn pauzes, mits naleving van vastgelegde stam- en glijtijden. De werkgever kan registratie ook verplichten omdat de hoofdzetel het oplegt, of om gemakkelijker overuren te registreren.”

Thuis- en telewerk

Peter s’Jongers, CEO van Protime, ziet die systemen groeien, want "meer dan de helft van de Europese organisaties werkt al met tijd- en aanwezigheidsregistratie. Bijna een derde (32%) doet dit onder meer om het thuis- en telewerk van hun werknemers te faciliteren. Dit zal in de toekomst nog sterk toenemen."

s'Jongers verwacht dat de werknemer zelf vaker zal vragen naar online tijdsregistratiesystemen. "In de huidige maatschappij, waar werk en privé steeds vaker door elkaar lopen, vragen werknemers meer flexibiliteit om zelf hun werktijd en -locatie te bepalen. In de war for talent hebben (online) registratietools een belangrijke rol te spelen."