Privacyverklaring

Welke plaats krijgen de vakbonden in ons politiek systeem?

6 juni 2023
Tekst
Isabelle Bertrand

Wordt de Ahold-Delhaize Groep misbruikt als testcase voor ons sociaal model, zo vraagt Isabelle Bertrand zich af. De specialiste in syndicale strategieën voor organisaties noemt het “merkwaardig dat deze werkgever, die zijn bedrijfsmodel wil veranderen, nu tot vaandeldrager wordt uitgeroepen van al wie het stakingsrecht en de plaats van de vakbonden in ons sociaal model op losse schroeven wil zetten.”

Collectieve onderhandelingen en sociale dialoog zijn een traditie in België. Ons sociaal model is uniek. De sociale en collectieve aanpak heeft zich bewezen. Hij is het resultaat van compromissen, want wij zijn een land van compromissen. We kunnen en mogen er trots op zijn. Het is Belgisch.

Betekent dat dat alles perfect is? Natuurlijk niet.

Betekent dit dat het model nooit oneigenlijk werd gebruikt? Uiteraard niet.

Maar het model, dat werd ontworpen om sociale vrede te organiseren en om sociale chaos te vermijden, heeft zijn nut gedurende bijna tachtig jaar bewezen. Moet het nu aangepast en geactualiseerd worden? Natuurlijk. Al was het maar om het hoofd te bieden aan de vele uitdagingen waarmee wij geconfronteerd worden op het gebied van werkgelegenheid, koopkracht, milieu, opleiding, enzovoort.

Zal dit debat, dat zo belangrijk is voor de toekomst, vruchten afwerpen als we afglijden naar een extreme ideologie? Ik denk het niet. Ik heb nog nooit gezien dat een ideologische houding productief of constructief is.

De kwestie van de democratie

Dus ja, België is een land van compromissen. Het is ook een land van particratie en ik zou er willen aan toevoegen, een land van ‘syndicratie’. Particratie en syndicratie zijn twee machtssystemen die naast elkaar bestaan. Het zijn ook de symbolen en pijlers van ons systeem van democratische vertegenwoordiging. Particratie steunt op politieke partijen om de debatten van de burgers gaande te houden. De syndicratie steunt op de vakbonden om de stem van de arbeiders te dragen en hun verdediging te verzekeren. Alle Belgen (burgers en werknemers) delegeren dus hun stem aan ‘representatieve organen’, die op die manier tegenover een zuiver democratisch systeem staan (macht door het volk en voor het volk) en tegenover een autoritair of dictatoriaal systeem, dat weinig of geen democratisch tegenwicht duldt.

Wat willen we uiteindelijk? Willen we ons nog ontwikkelen in een politiek systeem met een democratisch referentiepunt of niet? En zo ja, welke plaats willen we dan reserveren voor de vakbonden? Met welke middelen en op welke manier willen we dat ze optreden? En welke plaats willen we ook reserveren voor politieke partijen?

Als we de discussie aangaan over de ene, dan moet die ook gaan over de andere. Vergeten we niet dat zij de belangrijkste sociale en politieke pijlers zijn in ons systeem van democratische vertegenwoordiging en dat zij nauw met elkaar verbonden zijn.

Hoe dan ook, het geval Delhaize stelt de vraag op scherp naar de keuze van ons politiek systeem en de keuze van het sociale model dat daaruit zal voortvloeien.

Opportunisten in een hinderlaag

In de context van een uitdagende sociaal-politieke realiteit en talrijke maatschappelijke problemen, grijpen opportunisten-ideologen elke gelegenheid aan om hun belangen te bevorderen, tegen het algemeen en gemeenschappelijk belang in. In die context proberen sommigen de affaire Delhaize te instrumentaliseren om hun belangen te dienen.

Om goed te begrijpen hoe we erin geslaagd zijn de sociale vrede in ons land te bewaren, moeten we de drie grote grondbeginselen van het Belgische sociale model in herinnering brengen.

1. De werkgeversorganisaties erkennen de representatieve legitimiteit van de vakbonden, die de werknemers verdedigen en de sociale vrede handhaven.

2. De vakbondsorganisaties erkennen de beslissings- en beheerslegitimiteit van de bedrijfsleiders en erkennen de grondslagen van de markteconomie.

3. Sociale vrede vereist een eerlijke herverdeling van de produktiviteitswinsten tussen kapitaal en arbeid.

Dit laatste punt is cruciaal, omdat het een concept vastlegt dat fundamenteel is voor sociale vrede: sociale rechtvaardigheid. En daar wringt het schoentje. De perceptie van sociale rechtvaardigheid is er al jaren niet meer. Het onevenwicht in de verdeling en verdeling van de productiviteitswinsten van bedrijven wordt systematisch aan de kaak gesteld.

Hoe sterk zijn de vakbonden?

Dat is de kern van het sociale conflict bij Delhaize. Het probleem is dat dit geschil plaatsvindt aan de vooravond van sociale en politieke verkiezingen in ons land. Dat is ook het beste moment voor opportunisten om elke gelegenheid aan te grijpen om hun stem te laten horen. Want er staat nog een andere belangrijke kwestie op het spel: de representativiteit van de vakbonden en hun stakingsbevoegdheid.

Het debat van vandaag is dit: wat willen we doen met de vakbonden en welke plaats willen we voor hen reserveren in het hart van ons politieke systeem? Zou de vraag om wetgeving om bijvoorbeeld het stakingsrecht te regelen, neerkomen op een aanval op de democratische rechten van ons land? Niet noodzakelijk, maar het zou ook waar kunnen zijn.

Deze weg gebruiken om wat in onderhandelingen bekend staat als de voet-tussen-de-deurtechniek toe te passen, zou een poging kunnen zijn om de stakingskracht van vakbondsorganisaties te verminderen, vooral omdat zij over de financiële middelen beschikken om hun acties te ondersteunen.

Momenteel is er geen zicht of duidelijkheid over de herkomst van hun middelen. Laten we niet vergeten dat ze geen rechtspersoonlijkheid hebben en dus niet verplicht zijn hun jaarrekeningen te publiceren.

Willen de opportunisten deze delicate kwestie aanpakken door een stakingswet te eisen? Als het antwoord ja is, pas dan op. Het stellen van deze vraag komt neer op het stellen van dezelfde vraag aan politieke partijen, die geen rechtspersoonlijkheid hebben.

Ons sociaal model verdedigen

We zien hoe delicaat dit debat is. Het vereist beheersing, voorzichtigheid, wijsheid en relativeringsvermogen. Het vereist ook dat we twee fundamentele vragen beantwoorden.

- Wat voor soort politiek systeem willen we? Waar moet het publieke debat plaatsvinden? Met welke middelen en op welke manier willen we dat het leeft?

- Hoe zien wij de vakbonden? Wat voor sociaal model willen we? Verdedigen wij de grondbeginselen van ons model, dat gebaseerd is op sociaal overleg en actualiseren wij het? Willen we naar een ander model: een Brits model? Of een systeem van medebeheer zoals in Duitsland?

Ik pleit voor de verdediging van ons sociaal model, net zoals ik pleit voor een mentaliteitsverandering aan beide kanten van de tafel. Het heeft geen zin om op een letterlijk en figuurlijk wegsmeltende ijsschots te staan roepen dat alles in orde is.

Dit sociale model moet evolueren. Natuurlijk. Het moet dringend evolueren. Maar het mag niet verzwakt of vernietigd worden door extreme ideologieën. Integendeel, wij waren pioniers bij de opbouw ervan en het zou het fundament kunnen worden waarop de landen van Europa de Europese democratie zouden kunnen bouwen. Laten we die ambitie koesteren.

Ondertussen wil ik dit artikel aangrijpen om u, hr-directeuren en managers, aan te spreken. U bent vaak de eerste contactpersonen op het terrein, samen met de vakbondsvertegenwoordigers. U zult begrepen hebben dat de democratische inzet hoog is en dat in deze chaotische context de stem van radicale ideologieën vrij spel krijgt. Als u dat nog niet hebt gedaan, loopt u het risico op even radicaal gedrag te stuiten. Dat maakt uw taak er niet eenvoudiger op.

Wat kunnen we eraan doen?

Hier is mijn voorstel.

- Aarzel niet om dit debat op gang te brengen, officieel, in uw gemeenschappelijke organen. Sommige van deze debatten zijn al aan de gang binnen de vakbonden, maar ze staan nog in de kinderschoenen.

- Gebruik de vragen in dit artikel als uitgangspunt voor discussiegroepen met vakbondsafgevaardigden.

- Neem de resultaten van deze discussies mee naar uw lijnmanagers om hen bewust te maken van het sociale model dat u voor uw bedrijf wenst.

- Nodig uw vakbondsafgevaardigden uit om de resultaten van deze discussies mee te nemen naar hun eigen vakbondsstructuren, zodat zij op hun beurt dit debat intern kunnen uitlokken.

- Bouw bruggen tussen u en uw delegees, rond de economische kwesties waarmee u geconfronteerd wordt. Dat ontwikkelt kritisch denken.

Solidariteit

De pandemie heeft ons leven op zijn kop gezet en ons gedrag ingrijpend veranderd. De koopkracht daalt. Geopolitieke spanningen voorspellen niet veel goeds. De milieuproblematiek evenmin. Tegen deze sombere achtergrond moeten we dringend actie ondernemen. Er zijn ook grote kansen om te bouwen. We moeten alleen de juiste omstandigheden creëren en ons omringen met de juiste spelers.

De geschiedenis leert ons dat solidariteit alles in beweging zet. Zij is geboren in het veld en is daar altijd georganiseerd. Als hr-managers en leidinggevenden zijn jullie de spelers op het terrein en het is via u dat dit sociale model zich zal ontwikkelen.

Henri Fuss, de grondlegger van het Belgische sociale model, zei in 1944: "Win de oorlog, win de vrede, door sociale rechtvaardigheid". Als er één ding is waarop u zich in uw dagelijks werk moet concentreren, dan is het sociale rechtvaardigheid zoals gedefinieerd door ons sociaal model.

Over deze auteur

Isabelle Bertrand adviseert organisaties over syndicale strategieën en sociale vrede. Ze is oprichter van Hu-Mentis. Haar standpunt verscheen eerder in onze franstalige editie. (vertaling en redactie Jo Cobbaut)

Meer in het topic: vakbonden