Privacyverklaring

Voortaan meer acties van de RSZ tegen schijndetacheringen?

1 januari 2020
Tekst
Frederic Brasseur

Het is een publiek geheim dat in sommige gevallen een beroep gedaan wordt op gedetacheerde werknemers, hoewel de inhoudelijke voorwaarden voor een detachering niet vervuld zijn. Een detachering naar België vereist dat de werknemer die tijdelijk in België komt werken wel degelijk onder het uitsluitende werkgeversgezag blijft van de vennootschap waarvoor hij normaal werkt, en dus niet door de klant in België met wie de buitenlandse onderneming een overeenkomst heeft afgesloten. In sommige gevallen bleek in de praktijk dat de Belgische eindgebruiker wel het werkgeversgezag uitoefende en dat alleen een beroep gedaan werd op het begrip detachering om de betaling van sociale zekerheidsbijdragen te ontwijken.

Bij de bestrijding van dergelijke praktijken, werd de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid geconfronteerd met de rechtspraak van het Hof van Justitie die stelde dat het A1-formulier dat bevestigde dat de betrokken werknemer onderworpen was aan het nationale sociale zekerheidsstelsel van de EU-lidstaat waar de betrokken werknemer woont bindend blijft tot wanneer het door de EU-lidstaat waar de betrokken werknemer normaal woont, wordt ingetrokken.

Fraude
In haar arrest van 6 februari 2018 (C-359-18, Altun) oordeelde het Hof van Justitie dat de nationale sociale zekerheidsadministratie (in dit geval de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid) een A1-formulier naast zich neer mag leggen indien uit de concrete feiten blijkt dat dit A1-formulier door fraude bekomen werd en de nationale overheid die het A1-formulier heeft uitgereikt nalaat om in het licht van de vastgestelde fraude het uitgereikte formulier in te trekken.

Hoewel dit arrest in principe een rechtsgrond gaf voor de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid om in de gevallen waarin een Belgische onderneming het werkgeversgezag uitoefende over gedetacheerde werknemers, en de detachering dus frauduleus was, de betaling van de Belgische sociale zekerheidsbijdragen te vorderen van de betrokken Belgische onderneming, stelde zich hierbij het probleem dat de sociale inspectie van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid niet bevoegd was om de naleving van de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers. Alleen de sociale inspectie van de Federale Overheidsdienst Werk, Arbeid en Sociaal Overleg was bevoegd om op te treden indien frauduleus werknemers door een buitenlandse vennootschap ter beschikking werden gesteld van een Belgische onderneming.

Concrete impact
Maar in een Koninklijk Besluit van 7 augustus 2019, werd de sociale inspectie van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid toegevoegd aan de ambtenaren bevoegd om toe te zien op de naleving van de wet van 24 juli 1987.

Hoewel het af te wachten valt wat de concrete impact van deze wetswijziging zal zijn, valt te verwachten dat het aantal betwistingen bij frauduleuze detacheringen substantieel zal stijgen. In tegenstelling tot de sociale inspectie van de Federale Overheidsdienst Werk, Arbeid en Sociaal Overleg, heeft de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid rechtstreeks belang bij het aanpakken van de situaties waar door frauduleuze detacheringen de betaling van de Belgische sociale zekerheidsbijdragen die verschuldigd zijn wordt ontweken.

Voortaan is ook de sociale inspectie van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid bevoegd om detacheringsfraude aan te pakken.