Privacyverklaring

De opmars van werkgeluk: van schaars naar mainstream, of toch niet?

3 juli 2024
Tekst
Laura de Blaere en Sarah Daniels
Beeld
Laura de Blaere en Sarah Daniels

Het thema werkgeluk wint steeds meer aan belangstelling, zo blijkt uit een eenvoudige Google-zoektopdracht. Waar het begrip in 2000 nog slechts enkele schaarse zoekresultaten kende, zijn er in het afgelopen jaar al meer dan 30.000 vermeldingen te vinden. Zowel in onderzoek als in populaire literatuur wint werkgeluk terrein.

Wat begon als een toevallige vermelding in een dankwoord in 2002 (“gaarne zou ik al die namen willen noemen […] die zo enorm hebben bijgedragen aan mijn werkgeluk”), prijkt werkgeluk nu op boekomslagen en vormt het een volwaardig thema. Niet verwonderlijk, gezien de stijging in burn-out en werkstress, wat als keerzijde van de medaille, de zoektocht naar werkgeluk belangrijker heeft gemaakt.

De analyse van vermeldingen van werkgeluk leert dat de eerste waardevolle verwijzingen opduiken rond 2007 in studies in Nederland, met een duidelijk toename sinds 2012. Vlaanderen hinkt ver achterop, met een eerste vermelding in onderzoek van UGent, pas in 2020. De postcovid periode heeft het thema nog een flinke duw in de rug gegeven en hoger op de agenda van onderzoek geplaatst.

Werkgeluk is nicheconcept

Samen met de groeiende aandacht naar werkgeluk duiken steeds meer kritische vragen op. Is werkgeluk slechts een hype, belicht door de intrede van Generation Z op het werk, of draagt het duurzaam bij aan het succes van een organisatie en retentiebeleid? Hoe realistisch is het beeld van werkgeluk en wat is er organisatorisch nodig om het te implementeren? Waar werkgeluk rond 2007 nog vooral vanuit individuele maakbaarheid werd benaderd (d.i. de vele zelfhulpboeken), is de discussie de afgelopen tien jaar breder getrokken naar strategieën in organisatiebeleid, het belang van leiderschap en organisatiestructuren. Dat is belangrijk, want werkgeluk is iets van jezelf én (verbinding met) de omgeving.

Toch blijft werkgeluk eerder een nicheconcept. In verhouding met alle andere thema’s, gaat het om een peulschil en heeft het nog een weg af te leggen op vlak van invulling en toepasbaarheid. Individuen zijn zoekende en proberen vat te krijgen op de persoonlijke betekenis van werkgeluk, terwijl organisaties worstelen met de integratie ervan.

Mainstream werkgeluk

Werkgeluk staat niet in de Dikke Van Dale. Dat is misschien wel de beste indicator van wat leeft in de samenleving. Het toont aan dat het nog te weinig ingeburgerd is in onze taal en praktijken. Dit gebrek aan erkenning maakt werkgeluk moeilijk te concretiseren, houdt het te vaag en onbereikbaar. Als de omschrijvingen ‘werk’ en ‘geluk’ van de Van Dale worden samengevoegd, blijkt de som van werkgeluk te eng, als iets dat vooral op toeval berust, afhankelijk is van een gunstige loop van omstandigheden en slechts voor the lucky few is.

Niettegenstaande dat de sociale realiteit nog altijd ongelijk verdeeld is en de arbeidsmarkt met uitdagingen kampt, kunnen individuen en organisaties zeker invloed uitoefenen op de beleving van werkgeluk. Dit begint bij het vinden van een gemeenschappelijke taal over wat werkgeluk nu écht betekent, geënt op de realiteit. Op die manier kan werkgeluk pas echt in stroomversnelling komen, een sterkere plaats krijgen in organisaties, in beleid en zo mainstream worden. De koers is ingezet, nu nog de Van Dale aan boord krijgen.

Gastauteurs: Laura De Blaere en Sarah Daniels

Psychosociaal praktijkonderzoekers bij Mensenmaat Howest.

HRmagazine organiseerde onlangs een uitgebreid panelgesprek over werkgeluk. Je leest hierover meer in het septembernummer. Interesse in een membership? Contacteer gerust Jennero Rijaard via Jennero.Rijaard@hrmagazine.be