Privacyverklaring

Het kleiner geheel. Een column over quiet quitting

24 augustus 2022
Tekst
Ralf Caers
Beeld
Ralf Caers

In ‘Het Kleiner Geheel’ fileert Ralf Caers de actualiteit en zoekt hij uit wat we van het wereldtoneel moeten onthouden om ons eigen leven en werk beter te maken. Deze week: Quiet quitting.

Als u wel eens TikTokt, dan hebt u tijdens de zomermaanden mogelijk al eens de term quiet quitting opgepikt. De term werd gelanceerd om het gedrag van werknemers te benoemen die niet langer aan de drukke rat race willen meedoen, beter hun grenzen stellen en hun werkuren naar redelijke niveaus terugschroeven.

Er ontstond heisa toen de populaire Canadese zakenman Kevin O’Leary op de zakenzender CNBC verkondigde dat quiet quitting een slecht idee is. Volgens hem waarderen werkgevers de hongerige werknemers die zich extra inzetten om problemen op te lossen voor hun organisatie, managers en bazen en zijn het deze werknemers die succesvol zullen zijn in het leven. Zelf werft hij enkel mensen aan die 25 uur per dag, acht dagen per week willen werken en vindt hij het onverstandig om in het begin van je leven je werkuren te reduceren, omdat het de financiële basis beperkt die je nodig hebt om vrijheid te hebben. Als tegenreactie op deze visie ontstond de term quiet firing: het leven van je werknemers miserabel maken, maar ze niet ontslaan.

De term quiet quitting is erg pejoratief. Enerzijds doet het uitschijnen dat deze werknemers een verdoken vrijwillig ontslag nemen en dus niet langer de taken uitvoeren die ze contractueel verplicht zijn om uit te voeren. Er bestaan al concepten om beperkend werkgedrag te beschrijven, zoals bijvoorbeeld work withdrawal behavior of emotionele distantie van het werk. Een impliciete veronderstelling van die concepten is echter dat het gedrag niet met kwaad opzet gebeurt en er dus geldige redenen zijn die de werknemer ertoe aanzetten om te handelen met het oog op zelfbehoud. Quiet quitting insinueert een meer beredeneerde houding, waardoor ze sneller gekoppeld kan worden aan kwade wil en een soort stelen van loon voor gespijbelde uren.

Anderzijds is quiet quitting pejoratief omdat ze werknemers lijkt uit te lachen als ze niet meer willen deelnemen aan de rat race. Organisaties die drijven op onbetaalde arbeid positioneren zich hiermee alsof zij de juiste manier van werken belichamen. Het wordt dan normaal om veel bovenop je functiebeschrijving te doen en je zou je dan ook terecht moeten schamen als je niet meer mee kan. Want als gewoon je job doen voldoende zou zijn, waarom zouden we dan een term als quiet quitting nodig hebben? O’Leary maakte deze visie mooi duidelijk. Quiet quitting mag geen nieuw wapen worden voor uitbuitende organisaties.

Als we wat afstand nemen dan merken we dat de werknemers in het debat over quiet quitting niet willen onderpresteren of misbruik maken van hun werkgever. Ze willen alleen de overinzet reduceren en terugkeren naar het simpelweg (maar wel uitstekend) uitvoeren van hun functiebeschrijving. Omdat de bijklank van quiet quitting hen vatbaar maakt voor eenvoudige kritiek van bedrijfsleiders met een koude HR-visie, duikt er nu vaker de hashtag #actyourwage op. Ik ben daar blij om. Het zet immers aan tot debat over werkgezinsbalans en de zin en onzin van bevlogenheid, zonder iemand op voorhand al in het verdoemhokje weg te zetten. En dat is zeker een debat dat nog meer tijd nodig heeft.

Ralf Caers is professor HRM aan de KULeuven, gastprofessor HRM aan de Ehsal Management School en de Universiteit Hasselt en zaakvoerder van de coachingpraktijk Passiemento.