Privacyverklaring

De wetgeving over de niet-belaste relance-uren

2 oktober 2023
Tekst
Frederic Brasseur
Beeld
Andrea Piacquadio (Pexels)

Tijdens de covidcrisis werd in de zorgsector de mogelijkheid ingevoerd om werknemers op fiscaalvriendelijke wijze overuren te laten presteren. In het kader van de onderhandelingen over het interprofessioneel akkoord voor de jaren 2023-2024, hadden de sociale partners de regering verzocht om deze mogelijkheid tijdelijk opnieuw in te voeren. Dit is uiteindelijk gebeurd door enerzijds de wet van 31 juli 2023 tot uitvoering van het afsprakenkader in het kader van de interprofessionele onderhandelingen voor de periode 2023-2024, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 5 september 2023, en het Koninklijk Besluit van 30 augustus 2023 tot wijziging van de bijlage III van het KB/WIB 92 op het stuk van de vermindering voor overwerk, gepubliceerd op 6 september.

De wetgeving voorziet in 3 kredieten, namelijk 120 overuren die in de periode tussen 1 juli 2023 en 31 december 2023 gepresteerd kunnen worden, 120 overuren voor 2024 en 120 overuren voor 2025. Het is niet mogelijk om het eventuele niet-gebruikte saldo voor 2023 over te dragen naar 2024. Het betreft een krediet per werknemer. Een werknemer die in de eerste helft van 2024 het krediet van 120 uren zou hebben opgebruikt en van werkgever zou veranderen, zal in 2024 bij de nieuwe werknemer geen gebruik kunnen maken van het stelsel van relance-uren.

Net zoals bij vrijwillige overuren, vereist het stelsel van relance-overuren dat de werknemer schriftelijk akkoord gaat met het presteren van relance-overuren. In deze overeenkomst moet uitdrukkelijk voorzien worden dat het zal gaan om overuren met het specifieke statuut van relance-overuren. Het akkoord is maximum zes maanden geldig, maar is wel hernieuwbaar.

Het stelsel van de relance-overuren laat toe om tot 11 uur per dag en 50 uur per week te werken. De gemiddelde arbeidsduur gemeten over een periode van 4 maanden, mag echter niet hoger zijn dan 48 uur. Dit zal geen probleem vormen, want in de veronderstelling dat per week 10 uur extra wordt gewerkt (48 in plaats van 38), zal het krediet van 120 uren na 12 weken al opgebruikt zijn.

  • De relance-overuren moeten niet gecompenseerd worden en worden niet meegerekend voor de naleving van de gemiddelde arbeidsduur.
  • Het gebruikelijke overloon (50 procent en 100 procent voor overuren op een zondag of wettelijke feestdag) is niet verschuldigd voor relance-overuren.
  • De relance-overuren zijn niet onderworpen aan inkomstenbelasting. Hoewel het bruto-uurloon voor een relance-overuur hetzelfde is als het gewone uurloon, zal het nettobedrag dat de werknemer ontvangt voor het presteren van een relance-overuur dus veel hoger zijn dan het nettoloon voor een gewoon werkuur.
  • Vanuit het standpunt van de werkgever is een relance-overuur veel goedkoper dan een normaal overuur, omdat geen sociale zekerheidsbijdragen en geen overurentoeslag moet worden betaald.
  • Het loon voor een relance-overuur mag wel niet hoger zijn dan het gewone loon. Het is dus niet mogelijk om van het stelsel gebruik te maken om de werknemer een artificieel hoog loon te betalen voor het presteren van (niet-belaste) relance-overuren.

Onder de huidige wetgeving is het stelsel van relance-overuren een tijdelijk stelsel dat afloopt op 31 december 2025. Het valt af te wachten of het stelsel eventueel niet zal worden verlengd.

Frederic Brasseur
Advocaat DLA Piper UK LLP