Privacyverklaring

Generatiediversiteit op de werkvloer

12 maart 2024
Tekst
Gert Verlinden
Beeld
Gitte Peeraer

Is generatiemanagement een werf voor hr? En is Generatie Z zo verschillend van vorige jonge generaties? Er zijn voor- en tegenstanders. Believers en non-believers. Verschillen tussen werknemers, waar leeftijd een van de factoren is, dragen bij tot complementaire en gebalanceerde teams. Hoe laat je die teams optimaal samenwerken? Gitte Peeraer van Robert Walters laat er haar licht over schijnen.

Gitte Peeraer gaat dieper in op de kenmerken van elke generatie, waarom een mix een aanrader is, én hoe werkgevers de samenwerking onderling stimuleren.

1. Generatie X: efficiënte coaches

“Nu de babyboomers de pensioenleeftijd bereiken, worden Gen X’ers (geboren tussen 1965 en 1980) geleidelijk aan de werknemers met de meeste jaren ervaring op de werkvloer”, zegt Gitte Peeraer. “Net zoals de babyboomers zijn ze loyaal, optimistisch en gedreven. Ze treden graag op als coach om hun uitgebreide kennis te delen met jongere werknemers. Deze no-nonsensegeneratie is sterk gefocust op efficiëntie en pakt zaken aan met een nuchtere, zakelijke houding.”

2. Generatie Y of millennials: flexibele teamspelers

Gitte Peeraer: “Deze generatie (geboren tussen 1981 en 1995) heeft de balans tussen werk en privé, flexibel werken en – sinds de coronapandemie – hybride werken op de kaart gezet. Met hun grote verantwoordelijkheidszin streven millennials naar een sterke vertrouwensband met hun werkgever. Wederzijdse flexibiliteit dragen ze hoog in het vaandel. Ook authenticiteit vindt generatie Y belangrijk. Deze professionals willen graag snel een toegevoegde waarden brengen aan de organisatie. Meestal zoeken millennials verbinding op en hebben ze aandacht voor de goede sfeer op kantoor.”

3. Generatie Z: creatieve multitaskers

“Met deze generatie (geboren tussen 1996 en 2010) dienen zich voor het eerst ‘digital natives’ aan op de werkvloer. Ze zijn geboren in het digitale tijdperk. Zij kennen de huidige technologieën op hun duimpje, switchen moeiteloos van het ene kanaal naar het andere en zijn sterk in het snel filteren van relevante informatie. Met andere woorden: uitstekende multitaskers”, legt Gitte Peeraer uit. “Gen Z’ers, ook wel ‘Zoomers’ genoemd, hebben een creatieve houding: ze krijgen graag de vrijheid om zaken op hun manier te doen en hebben hierbij altijd oog voor innovatie.”

Daarnaast heeft deze generatie volgens Gitte Peeraer veel aandacht voor duurzaamheid. “Meer dan de voorgaande generaties zijn ze begaan met duurzaam ondernemen en verwachten ze dat hun werkgever hier de nodige initiatieven voor neemt. Die ingesteldheid vertaalt zich in hun gedrag op kantoor. Dat inspireert medewerkers van eerdere generaties, die voordien misschien minder milieubewust waren.”

4. Perfecte mix

“Op de werkvloer heeft elke generatie een duidelijke meerwaarde. Organisaties moeten rekening houden met de waarden en normen die elke generatie typeert. Bij een gezonde mix van leeftijden werken deze eigenschappen complementair. Verschillende generaties samen op de werkvloer delen kennis en knowhow in beide richtingen. Een oudere generatie deelt haar ervaring en valt terug op de digitale knowhow van de jongere collega’s”, aldus Gitte Peeraer.

“Als werkgever is het belangrijk om een werkomgeving aan te bieden waarbij iedereen wil samenwerken aan een duidelijk vooropgesteld doel. Die manier van werken vergt flexibiliteit. Elke generatie heeft haar eigen werkstijl. Die vrijheid moet de organisatie durven te bieden. De mogelijkheid tot hybride werken is daar alvast een prachtig voorbeeld van”, concludeert Gitte Peeraer.

5. Wat denk jij over generatiediversiteit?

In welke mate herken jij je in deze verschillende generaties? Bevestigen ze de stereotypen en betekenen ze een houvast voor hr om mee aan de slag te gaan? Of moeten we de beeldvorming net doorbreken?

Op het hr-congres in Bordeaux zal onder meer Julien De Wit het hebben over zijn boek Ge[e]neraties. Hij vertrekt telkens vanuit een jeugdig perspectief dat experten op hun beurt uitdagen. Hoe zouden jongeren bijvoorbeeld aan de slag gaan met het lerarentekort of de krapte op de arbeidsmarkt?