Privacyverklaring

Veel minder loopbaanonderbrekingen dankzij hybride werk

16 februari 2022
Tekst
Jo Cobbaut
Beeld
Acerta

6,7 % van de werknemers in ons land nam het afgelopen jaar een vorm van loopbaanonderbreking. Het is een opvallende daling ten opzichte van 2020 (-8,8 %) en 2019 (-9,2 %). Acerta gaat er vanuit dat het hybride werken, met meer mogelijkheid om van thuis te werken, de behoefte verminderd heeft.

Dat blijkt uit een analyse van hr-dienstenbedrijf Acerta op basis van de gegevens van 260.000 werknemers.

10 % minder loopbaanonderbreking in 2021

Loopbaanonderbrekingen laten werknemers toe om tijdelijk niet of minder te werken. Dat kan in de vorm van een halftijds of vier vijfde werksysteem (het zogenaamde tijdskrediet), maar ook door bijvoorbeeld gebruik te maken van (corona-)ouderschapsverlof of andere thematische verloven.

In 2021 maakte zo’n 6,7 % van de werknemers gebruik van enige vorm van loopbaanonderbreking. Dat is een opvallende daling in vergelijking met 2020 (-8,8 %) en 2019 (-9,2 %), toen gemiddeld 7,3 % van de werknemers loopbaanonderbreking nam.

De daling is bovendien systematisch. Elke maand van 2021 noteert een lager percentage loopbaanonderbrekingen in vergelijking met de twee jaren voordien. In november 2021 was de daling zelfs 13,7 % ten opzichte van 2019.

Vooral tijdskrediet minder populair

Veruit de populairste vorm van loopbaanonderbreking was in 2021 het deeltijds tijdskrediet, zoals halftijds werken en vier vijfde werken. 3,8 % van de werknemers maakte er in 2021 gebruik van. Toch ziet Acerta hier een opvallende daling in vergelijking met de voorbije jaren. Werknemers deden er in 2021 18,3 % minder een beroep op dan in 2020. En ook toen was het deeltijds tijdskrediet al minder populair dan het jaar voordien (-12,3 %).

Het afgelopen jaar kende het ouderschapsverlof wel een stijging: +12,8 % in vergelijking met 2020. 2 % van alle medewerkers maakt er momenteel gebruik van. Deze stijging is te wijten aan het wegvallen van het corona ouderschapsverlof. In 2020 kon het ouderschapsverlof immers omgezet worden in corona ouderschapsverlof. Deze formule werd stopgezet in oktober 2020, waarna slechts een deel van de medewerkers terug migreerde naar ouderschapsverlof.

Andere vormen van loopbaanonderbreking zijn palliatief verlof, zorg voor een zwaar zieke en mantelzorg. Van dat laatste (mantelzorg) maakt gemiddeld 0,0011 % van de werknemers voltijds gebruik, en 0,0043 % deeltijds.

Voltijdse loopbaanonderbreking blijft trouwens een erg marginaal gegeven, met slechts 0,2 % van de werknemers die er gebruik van maken.

Percentage werknemers in deeltijds tijdskrediet / ouderschapsverlof (Acerta)

Annelies Bries, experte loopbaanonderbreking bij Acerta Consult: “De trendbreuk naar minder loopbaanonderbrekingen is een gevolg van de nieuwe hybride werkvorm die tijdens de coronacrisis een boost heeft gekregen. Door de mogelijkheid van thuiswerk is er voor veel werknemers minder behoefte om de loopbaan te onderbreken. Dat is goed nieuws voor de ondernemingen. Maar dan moet voltijds werken natuurlijk wel een haalbare kaart zijn voor de werknemers. Thuiswerk, zo blijkt, is een manier om werk werkbaarder te maken.”

Augustus 2022 deadline Europese Richtlijn voor beter evenwicht

Europa legde in juni 2019 een richtlijn op tafel die streeft naar een evenwicht tussen werk- en privéleven voor ouders en mantelzorgers en meer bepaald het evenwicht daarin tussen mannen en vrouwen. België heeft nog tot augustus 2022 om extra inspanningen te doen. Die zijn nodig, zo blijkt, want nog steeds zijn het vooral vrouwen die hun loopbaan tijdelijk onderbreken om voor kinderen, ouders of zieke familieleden te zorgen.

Annelies Bries: “Voltijdse loopbaanonderbrekingen zijn onder onze Belgische werknemers niet populair en dat is zeker niet onlogisch: voltijds je loopbaan onderbreken heeft een grote impact, zowel op je financiën als op je loopbaan. Een deeltijdse loopbaanonderbreking heeft minder impact én de termijn om ervan gebruik te maken is onder andere bij ouderschapsverlof langer. Wat we wel nog altijd zien, is dat meer vrouwen dan mannen hun loopbaan onderbreken. Dat hangt samen met de zorgende rol die zij opnemen, bijvoorbeeld om voor hun kinderen, hun ouders of zieken te zorgen.”