Privacyverklaring
Vraag van de maand

Vraag van de maand

Kan een werknemer in januari 12 adv-dagen opnemen?

1 april 2022

Wannes werkt als technisch tekenaar bij de vennootschap Art-Design BV. Art-Design BV valt onder het toepassingsgebied van PC n° 200. Wannes werkt voltijds op basis van een 40-uren week. Hij heeft recht op 12 ADV-dagen per jaar.

Werknemers van Art-Design BV moeten hun afwezigheden (jaarlijkse vakantie, ADV-dagen, inhaalrustdagen,...) inboeken in een online vakantieplanner. Bij aanvang van het nieuwe jaar plande Wannes al zijn vakantiedagen in. Hij voorzag onder meer dat hij 12 ADV-dagen zou opnemen in de maand januari. De HR-verantwoordelijke weigert de ingeplande ADV-dagen goed te keuren. Volgens de HR-verantwoordelijke kan Wannes in januari maximaal 1 ADV-dag inplannen. Wannes gaat niet akkoord.

Heeft Wannes in januari recht op 12 ADV-dagen?

 

Correct!

Een werknemer heeft recht op ADV-dagen teneinde te garanderen dat de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur wordt nageleefd. Noch de arbeidswet, noch enige andere wettelijke bepaling voorziet in een graduele opbouw van ADV-dagen (a rato van één dag per maand). Strikt genomen heeft een werknemer bij aanvang van een nieuwe referteperiode (d.i. meestal een kalenderjaar) dan ook recht op 12 ADV-dagen die hij of zij ook onmiddellijk kan opnemen.
Neemt een werknemer bij aanvang van het kalenderjaar onmiddellijk alle ADV-dagen op en beëindigt deze werknemer niet veel later de arbeidsrelatie, dan kan je daar als werkgever niet veel tegen beginnen.
Let wel, het voorafgaande geldt enkel indien op sectoraal niveau of op ondernemingsniveau geen afwijkende regeling is voorzien.
Wil een werkgever het scenario zoals hierboven omschreven vermijden, dan doet hij er goed aan een regeling uit te werken en de modaliteiten inzake de opname van ADV-dagen vast te leggen. Dat hoeft niet noodzakelijk in het arbeidsreglement, ook een policy kan daartoe volstaan.
Een werkgever kan bijgevolg rechtsgeldig bepalen dat een werknemer gradueel ADV-dagen verwerft a rato van één dag per maand. Een werkgever kan zelfs nog verder gaan en ook bepalen dat men elke maand één ADV-dag moet opnemen (bijv. in januari heeft een werknemer recht op één ADV-dag die hij/ zij in januari moet opnemen; in februari heeft een werknemer recht op één ADV-dag die hij/zij in februari moet opnemen,...).
Niettegenstaande dergelijke regeling de flexibiliteit van werknemers om hun afwezigheidsdagen naar eigen goeddunken in te plannen beperkt, biedt deze regeling wel een betere garantie dat alle werknemers tijdig (d.w.z. voor het einde van de relevante referteperiode) hun ADV-dagen opnemen. Indien een werknemer niet tijdig alle ADV-dagen opneemt, resulteert dit in een overschrijding van de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur. Dat kan aanleiding geven tot sanctionering in hoofde van de werkgever. Artikel 138 van het Sociaal Strafwetboek sanctioneert de overschrijding van de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur met een sanctie van niveau 2 . Een regeling waarbij men de overdracht van ADV-dagen toelaat naar een volgende referteperiode is in principe dan ook niet toelaatbaar.

Tot slot, heel wat ondernemingen maken, net zoals Art-Design BV, gebruik van vakantieplanners. Vaak kan een werknemer bij de aanvang van een nieuw kalenderjaar (hetgeen in heel wat ondernemingen samenvalt met de start van een nieuwe referteperiode) alle afwezigheidsdagen reeds inplannen: niet alleen de wettelijke vakantiedagen die men heeft verworven op basis van prestaties in het voorafgaande vakantiedienstjaar, extralegale vakantiedagen, vervangingsdagen voor feestdagen maar ook ADV-dagen. Het kan dan ook aangewezen zijn de precieze modaliteiten van dergelijke vakantieplanners eens van naderbij onder de loep te nemen. Indien aan werknemers steeds 12 ADV-dagen “ter beschikking” worden gesteld bij de aanvang van een nieuw kalenderjaar, kan er in sommige gevallen immers sprake zijn van een gebruik en kan de werkgever de bestaande praktijk niet van de ene dag op de andere eenzijdig wijzigen. De beëindiging van een gebruik is mogelijk voor zover de werkgever een redelijke opzeggingstermijn in acht neemt. Een werkgever kan bestaande gebruiken dus wel eenzijdig beëindigen dan wel wijzigen naar de toekomst toe.

Helaas foutief...

Een werknemer heeft recht op ADV-dagen teneinde te garanderen dat de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur wordt nageleefd. Noch de arbeidswet, noch enige andere wettelijke bepaling voorziet in een graduele opbouw van ADV-dagen (a rato van één dag per maand). Strikt genomen heeft een werknemer bij aanvang van een nieuwe referteperiode (d.i. meestal een kalenderjaar) dan ook recht op 12 ADV-dagen die hij of zij ook onmiddellijk kan opnemen.
Neemt een werknemer bij aanvang van het kalenderjaar onmiddellijk alle ADV-dagen op en beëindigt deze werknemer niet veel later de arbeidsrelatie, dan kan je daar als werkgever niet veel tegen beginnen.
Let wel, het voorafgaande geldt enkel indien op sectoraal niveau of op ondernemingsniveau geen afwijkende regeling is voorzien.
Wil een werkgever het scenario zoals hierboven omschreven vermijden, dan doet hij er goed aan een regeling uit te werken en de modaliteiten inzake de opname van ADV-dagen vast te leggen. Dat hoeft niet noodzakelijk in het arbeidsreglement, ook een policy kan daartoe volstaan.
Een werkgever kan bijgevolg rechtsgeldig bepalen dat een werknemer gradueel ADV-dagen verwerft a rato van één dag per maand. Een werkgever kan zelfs nog verder gaan en ook bepalen dat men elke maand één ADV-dag moet opnemen (bijv. in januari heeft een werknemer recht op één ADV-dag die hij/ zij in januari moet opnemen; in februari heeft een werknemer recht op één ADV-dag die hij/zij in februari moet opnemen,...).
Niettegenstaande dergelijke regeling de flexibiliteit van werknemers om hun afwezigheidsdagen naar eigen goeddunken in te plannen beperkt, biedt deze regeling wel een betere garantie dat alle werknemers tijdig (d.w.z. voor het einde van de relevante referteperiode) hun ADV-dagen opnemen. Indien een werknemer niet tijdig alle ADV-dagen opneemt, resulteert dit in een overschrijding van de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur. Dat kan aanleiding geven tot sanctionering in hoofde van de werkgever. Artikel 138 van het Sociaal Strafwetboek sanctioneert de overschrijding van de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur met een sanctie van niveau 2 . Een regeling waarbij men de overdracht van ADV-dagen toelaat naar een volgende referteperiode is in principe dan ook niet toelaatbaar.

Tot slot, heel wat ondernemingen maken, net zoals Art-Design BV, gebruik van vakantieplanners. Vaak kan een werknemer bij de aanvang van een nieuw kalenderjaar (hetgeen in heel wat ondernemingen samenvalt met de start van een nieuwe referteperiode) alle afwezigheidsdagen reeds inplannen: niet alleen de wettelijke vakantiedagen die men heeft verworven op basis van prestaties in het voorafgaande vakantiedienstjaar, extralegale vakantiedagen, vervangingsdagen voor feestdagen maar ook ADV-dagen. Het kan dan ook aangewezen zijn de precieze modaliteiten van dergelijke vakantieplanners eens van naderbij onder de loep te nemen. Indien aan werknemers steeds 12 ADV-dagen “ter beschikking” worden gesteld bij de aanvang van een nieuw kalenderjaar, kan er in sommige gevallen immers sprake zijn van een gebruik en kan de werkgever de bestaande praktijk niet van de ene dag op de andere eenzijdig wijzigen. De beëindiging van een gebruik is mogelijk voor zover de werkgever een redelijke opzeggingstermijn in acht neemt. Een werkgever kan bestaande gebruiken dus wel eenzijdig beëindigen dan wel wijzigen naar de toekomst toe.

Vragen? Wij helpen graag verder!