Privacyverklaring

Het kleiner geheel. Audi Brussels

10 oktober 2023
Tekst
Ralf Caers

In ‘Het Kleiner Geheel’ fileert Ralf Caers de actualiteit om te zien wat het wereldtoneel ons kan leren om ons eigen leven en werk beter te maken. Deze week: Audi Brussels.

Begin oktober is het even slikken bij Audi Brussels. De internationale hoofdzetel herziet de beslissing uit 2022 om de elektrische Q4 e-tron in België te produceren. Dat zet de fabriek even op de pechstrook. Voor wie niet in het wereldje zit, even een snelcursus. Autoproducenten hebben altijd verschillende modellen in productie. Zij spreiden die productie meestal over verschillende fabrieken, omwille van een cocktail aan indicatoren. Binnen eenzelfde automerk concurreren de fabrieken met elkaar om het nieuwste model te mogen produceren. En aangezien een nieuw model zo’n zes jaar meegaat, tankt een fabriek met zo’n toewijzing dus jobzekerheid voor de nabije toekomst.

Voor de Q4 e-tron is er een nuance. Dat model wordt al in de fabrieken in het Duitse Zwickau gemaakt. Omdat die de vraag niet kon volgen, kreeg het performante Audi Brussels de vraag om bij te springen. Maar de tanende interesse in de wagen bracht de vraag onverwacht snel in lijn met het aanbod. Brussel werd dus overbodig.

De media focusten meteen op het banenverlies. Jobverlies is inderdaad een ingrijpende levensgebeurtenis. Zeker als er economische overmacht mee gemoeid is en er dus geen individueel falen was. Je verliest je dagelijkse structuur en je financiële zekerheid, maar ook je werkidentiteit. Op het werk was je iemand. De fijne collega, de innovator, de bemiddelaar. En nu mag je dat niet meer zijn. Alsof een deel van jezelf is weggehakt.

Er wordt dan vaak gekeken naar hr. Bij zoveel leed moet hr wel gefaald hebben. Als een copiloot die in slaap is gevallen naast een roekeloze bestuurder. Maar die blaam is niet terecht. Autofabrieken zoals Audi Brussels fungeren vaak als voorbeeld van numerieke flexibiliteit. Ze vullen het vaste personeel aan met tijdelijke werknemers om die productieschokken te helpen opvangen. Ook vandaag vrezen de vakbonden bij Audi Brussels meteen voor de tijdelijke krachten.

Deze numerieke flexibiliteit maakt dat fabrieken zich sneller en goedkoper kunnen aanpassen. Het management sprak bijvoorbeeld af dat het iemand maar zou tewerkstellen tot 31 december 2023. En dat doet het dan ook. Op die dag stopt de tewerkstelling en zijn beide partijen hun afspraken nagekomen. Dat hoort dan ook geen reden voor kwaad bloed te zijn.

Als er vandaag wel wrevel is, komt dat voort uit een vertekend psychologisch contract. Het is de taak van hr om voorzichtig te communiceren over wat er na het aflopen van het tijdelijke contract nog kan worden verwacht. Het tijdelijke personeel moet de tijdelijkheid ook als een win-win blijven zien. Zij werken dan graag voor Audi Brussels, maar als er even geen werk is, vinden zij snel elders werk of gaan ze op een lange vakantie. Mocht er later weer productiecapaciteit zijn, dan keren ze terug. Numerieke flexibiliteit kan dus zeker ook nuttig zijn voor werknemers en niet alleen voor werkgevers.

Hr heeft bij Audi Brussels dus wel goed werk geleverd. Door numerieke flexibiliteit in te bouwen voor als het tegenzit. In het model van Ulrich wordt daarmee het veld van de veranderingsagent aangevinkt. Vanaf morgen schuift hr weer op naar het veld van de strategische partner. Zodat de tijdelijke krachten die vandaag vertrekken in de toekomst nog eens kunnen terugkeren.

Ralf Caers is professor HRM aan de KU Leuven, gastprofessor HRM aan de Ehsal Management School en de Université Saint Louis en zaakvoerder van de coachingpraktijk Passiemento.