In ‘Het Kleiner Geheel’ fileert Ralf Caers de actualiteit en zoekt hij uit wat we van het wereldtoneel moeten onthouden om ons eigen leven en werk beter te maken. Deze week: Van Hool.
Je zou het niet altijd zeggen, maar ik heb lang geleden gestudeerd, TEW aan de VUB. Een leuke opleiding, ver van huis. Ik kreeg er vakken als welvaartseconomie en monetaire. Achter dat laatste stond waarschijnlijk ook ‘economie’, maar dat werd onder studenten doodgezwegen. Ik pikte in die colleges de gedachte op dat wisselkoersen en levensstandaarddivergenties zouden leiden tot convergerende economieën. Of in mensentaal: als je arbeiders in Noord-Macedonië maar de helft moet betalen omdat het leven daar goedkoper is, dan verplaatsen fabrieken zich naar daar. Dat stopt pas als er zoveel fabrieken verplaatst zijn dat de Noord-Macedoniërs door arbeidsmarktschaarste zulke hoge lonen kunnen onderhandelen dat delokalisatie inefficiënt wordt. En dat we Noord-Macedonië bij onze welvaartsclub mogen rekenen.
Toch maakte Van Hool begin maart sterke emoties bij ons los. Alsof hr lag te slapen terwijl het drama zich ontvouwde, maar het lijkt me dat hr net heel wakker was.
Het is de rol van hr om een strategische partner van het management te zijn. Als een product van de onderneming verlieslatend is, moet ook hr oplossingen aandragen. Delokalisatie is daarbij een redelijke piste, temeer omdat de loonkosten in de Vlaamse vestiging zwaar wegen en er al een Noord-Macedonische vestiging in productie is. Vlaamse arbeiders mogen dan wel ongelukkig worden van hun ontslag, mogelijk worden er evenveel Noord-Macedoniërs gelukkig van nieuwe werkgelegenheid. De loonkostbesparing revitaliseert hopelijk ook de financiële gezondheid van Van Hool, met sommige departementen die wel in België zouden blijven. En willen we niet allemaal gezonde Vlaamse bedrijven die hier belastingen kunnen betalen?
Maar met de delokalisatie alleen zit de taak van hr zit er niet op. Hr moet ook op een andere manier de strategische partner van het management zijn. De verplaatsing van de productiecapaciteit heeft vast haar verdienste, maar andere ondernemingen bewezen eerder al dat veranderingen die met grote trom onthaald werden achteraf alsnog incrementeel bleken te zijn. De fundamentele vraag is of Van Hool wel door moet gaan met het produceren van bussen in de hedendaagse transportmix. Hoe rendabel zullen de Noord-Macedonische bussen zijn in grootsteden met straten vol strooisteps en deelauto’s? En hoe rendabel blijven deze bussen als BYD-bussen, speedpedelecs, Zoommeetings en telewerk hun groeicurves door blijven trekken?
Hr is het aan het Belgische personeel verschuldigd om bij die denkoefening van een resource based approach te vertrekken. In plaats van in managementmeetings een strategie te bepalen en de organisatie vervolgens aan die strategie aan te passen, verdient het zweet op de werkvloer dat er eerst naar het eigen personeel wordt gekeken. Hebben zij een unieke combinatie van competenties, kennis, cohesie, motivatie, cultuur, kostprijs of ontwikkelingspotentieel dat van hen een competitief voordeel maakt? Dat ze dat niet hebben om bussen te maken, is gebleken. Nu de productie naar Noord-Macedonië verhuist, is dat ook niet meer aan de orde. Hr moet aan de bak om ervoor te zorgen dat het team pas door ontslag uit elkaar wordt gespeeld als er met zekerheid geen enkele unieke meerwaarde over het hoofd werd gezien. Als die er wel is, wordt de strategie aangepast aan het personeel. En niet omgekeerd.
Misschien kennen we Van Hool in 2040 dus niet alleen van prijselijke Noord-Macedonische bussen, maar ook van design hoverboards voor woon-werkverkeer. Het is die mensen zeker gegund.
Ralf Caers is professor HRM aan de KU Leuven, gastprofessor HRM aan de Ehsal Management School en de Université Saint Louisen zaakvoerder van de coachingpraktijk Passiemento.
Verdoe jij ook te veel tijd met het opvolgen van alle nieuwtjes in je feed? No worries, wij verzamelen alles wat nieuw is in de hr-wereld. Al die nieuwtjes komen wekelijks in jouw mailbox terecht.