Opleidingsverlof voor wie bij werkgever te weinig opleidingen krijgt?

Het Vlaams opleidingsverlof was nooit populairder dan nu. Eén op de 47 werknemers van Vlaamse bedrijven nam afgelopen schooljaar opleidingsverlof om zich bij te scholen. Dat zijn er bijna 11% meer dan het jaar voordien. Dat blijkt uit een analyse door Acerta Consult. Maar werknemers in grote organisaties met een sterk opleidingsbeleid kunnen hun leerhonger voldoende intern stillen, zeggen de hr-directeurs die HRmagazine contacteerde.

Ook komend schooljaar kan een werknemer genieten van het Vlaams opleidingsverlof voor maximaal 250 uur per jaar. Maximaal 125 uur voor een opleiding die een werknemer op eigen initiatief volgt en maximaal 125 uur voor een opleiding op voorstel van de werkgever. Het opleidingsverlof was nooit populairder dan nu. “Het belang van levenslang leren dringt steeds meer door bij werknemers en werkgevers”, merkt Sophie Vantomme van Acerta op.

“De versoepelingen van het opleidingsverlof blijven van kracht. Het gaat dan zowel om de extra uur (250 in plaats van 125) die werknemers betaald kunnen opnemen om een opleiding te volgen in het kader van het gemeenschappelijk initiatiefrecht, als de mogelijkheid om verschillende korte opleidingen te combineren om aan het minimum van 32 uur te geraken. Voor werkgevers in een competitieve arbeidsmarkt is het aantrekkelijk dat hun werknemers investeren in hun competenties en kennis door opleidingen te volgen. Voor werknemers geeft het gemoedsrust dat ze de nodige tijd hebben om een opleiding te volgen en zich gesteund weten door hun werkgever.”

Arbeidskrapte oplossen

Volgens Acerta neemt de populariteit van opleidingsverlof niet overal even spectaculair toe. “Opleidingsverlof is bijvoorbeeld duidelijk populairder in grote dan in kleine ondernemingen, populairder bij arbeiders (2,8%) dan bij bedienden (1,8%) en meer ingeburgerd in de social profit (voornamelijk de zorgsector: 3,2%) dan in de brede privésector (1,6%). Bij de bedienden en in de profitsector valt wel een inhaalbeweging op te merken.”

De aanmoediging van levenslang leren kadert in de aanpak van de arbeidskrapte, om mensen te vinden met het juiste diploma. In de federale arbeidsdeal is bovendien een systeem van individueel opleidingsrecht opgenomen. Dat biedt kansen voor werknemers om hun vaardigheden bij te schaken en hun inzetbaarheid te verhogen. Upskilling en reskilling dragen bij tot een duurzame loopbaan.

Loopbaanlang leren binnen één onderneming

Een navraag van HRmagazine bij enkele hr-directeurs van grote ondernemingen leert dat op plaatsen met een sterk leer- en opleidingsbeleid de behoefte aan het opleidingsverlof minder aanwezig is. Ze zien ook een verband met personeelsretentie. Koen Van Raemdonck van BASF illustreert: “We registreren de opleidingsinspanningen van zowel de trainingen on-the-job als de centraal georganiseerde opleidingen. Op die manier komen we gemiddeld aan maar liefst 11 dagen per jaar per medewerker. We investeren met andere woorden in een solide intern leer- en ontwikkelingsbeleid. Medewerkers blijven lang aan onze onderneming verbonden en we zorgen ervoor dat ze loopbaanlang blijven leren om hun inzetbaarheid op peil te houden.”

Hij pleit voor een administratief proces dat licht weegt. “De focus moet liggen op de ontwikkeling van de vaardigheden en de inzetbaarheid, en in mindere mate op de opgelegde monitoring en het administratieve beheer van de opleidingsuren.”