Privacyverklaring

Eerste fase selectieprocedure Vlaamse overheid discrimineert niet

11 juli 2023
Tekst
Jo Cobbaut

Er is geen discriminatie in de eerste fase van de selectieprocedure voor jobs bij de Vlaamse overheid. Er zijn wel belangrijke aandachtspunten ten opzichte van ouderen, vrouwen, personen met een handicap en personen met buitenlandse herkomst.

Dat blijkt uit onderzoek van Bert Leysen, Pieter-Paul Verhaeghe (Vrije Universiteit Brussel) en Eva Derous (Universiteit Gent). De eerste fase van het onderzoek bestond uit correspondentietesten. VUB-onderzoeker Bert Leysen: “Er werden fictieve cv’s ingestuurd voor vacatures bij de Vlaamse overheid waarbij de kwaliteit van de kandidaten gelijk was, maar waarbij er wel een verschil was op het vlak van geslacht, handicap of chronische ziekte of buitenlandse herkomst. Vervolgens werd er gekeken in welke mate de kandidaten even vaak werden uitgenodigd voor de volgende ronde in het sollicitatieproces.”

De kwantitatieve analyse is gebaseerd op anonieme gegevens van echte sollicitanten.

Ten slotte waren er focusgroepen en diepte-interviews om de stemmen te horen van sollicitanten en selectieverantwoordelijken achter de cijfers. Zo kregen de onderzoekers zicht op de ervaringen van de betrokkenen.

Nulmeting

Bert Leysen en Pieter-Paul Verhaeghe voerden correspondentietesten uit bij 190 vacatures tussen februari 2022 en januari 2023. Aan de hand van die testen toont het onderzoek aan dat er geen discriminatie is op basis van geslacht, buitenlandse herkomst, handicap of chronische ziekte.

Alle sollicitanten kregen nagenoeg gelijke uitnodigingskansen. Wel bleek dat mannelijke selectieverantwoordelijken een lichte voorkeur hadden voor mannelijke kandidaten in vergelijking met vrouwelijke kandidaten.

Hoewel het onderzoek geen discriminatie vaststelt in de eerste fase van de selectieprocedure van de Vlaamse overheid, toont het wel uitdagingen aan in de verdere procedure. Tijdens de interviews in het kwalitatief onderzoek, ervaarden enkele sollicitanten wel degelijk kwetsende uitspraken op basis van hun leeftijd, handicap of buitenlandse origine.

“In verschillende focusgroepen en interviews waren er respondenten die te horen kregen dat ze omwille van een handicap niet geschikt waren voor de positie zonder voorafgaand overleg over wat voor de kandidaat al dan niet mogelijk was”, aldus Bert Leysen. “Ook werd hen meegedeeld dat de toekomstige leidinggevende het niet zag zitten om samen te werken omwille van die handicap. Een andere kandidaat gaf aan: Ik heb toen gebeld en de persoon die mijn dossier begeleidde, gaf toen zelf aan dat ik werd geweerd door de leidinggevende omwille van mijn leeftijd …”

Kloof tussen functieniveau en herkomst

Daarnaast toonden data van het kwantitatieve onderzoek een duidelijke kloof ​aan in het functieniveau waarvoor personen met buitenlandse herkomst solliciteren tegenover personen met een West-Europese achtergrond. Zo solliciteert meer dan de helft van West-Europese groep op het ‘hogere’ niveau A. “Voor sollicitanten met Turkse en Maghrebijnse herkomst, zijn dat er minder dan 20 procent. Bijna de helft van vrouwen van Sub-Sahara Afrikaanse herkomst solliciteert dan weer voor het ‘lagere’ niveau D”, zo zag onderzoeksleider Pieter-Paul Verhaeghe.

“We zien dat de gestandaardiseerde eerste fase goed verloopt, maar nadien, vooral wanneer er persoonlijk contact aan te pas komt, is er nog werk aan de winkel”, zegt Leysen. “De cijfers over de instroom en doorstroom tonen toch dat niet iedereen gelijk aan de meet vertrekt in iedere fase.”

Kansenkloof

Vlaams minister van Gelijke Kansen en Bestuurszaken Bart Somers concludeert dat “jarenlange inspanningen van de Vlaamse overheid op vlak van diversiteits- en selectiebeleid hun vruchten afwerpen, maar ook dat vormen van discriminatie in de verdere selectieprocedure niet door de beugel kunnen.”

Volgens Somers wordt voldoende ingezet op een eerlijke procedure, maar we “kunnen niet ontkennen dat er nog een kansenkloof is in Vlaanderen. We doen inspanningen om die versneld te dichten met ons Plan Samenleven.”

“Het personeel van de Vlaamse overheid weerspiegelt nog te weinig de diversiteit van de Vlaamse bevolking”, besluit Pieter-Paul Verhaeghe. “Ons onderzoek toont aan dat het probleem niet in de eerste fase van het selectieproces zit, maar wel dat niet alle groepen in de samenleving zich evenveel kandidaat stellen en dat ze ook sneller uitvallen in de latere fasen van het selectietraject.”